Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/01/281650 / HA ZA 14-539)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- het tegen [geïntimeerde] verleende verstek;
- de memorie van grieven met producties;
- de op verzoek van het hof door [appellant] nagezonden producties, die ontbraken in het door hem overgelegde dossier van de eerste aanleg.
3.De beoordeling
…).Ondergetekende verklaart hierbij dat bovengenoemde op 16 maart j.l. besproken is zoals hierboven omschreven.Ondergetekende verklaart kennis te hebben genomen van, en akkoord te gaan met onze voorwaarden zoals hierboven omschreven.OpdrachtgeverDhr. [opdrachtgever][handtekening [opdrachtgever] ]’d) Op 29 maart en 16 april 2008 heeft [appellant] aanvullende opdrachten verstrekt inzake de plaatsing van een toilet (prod. 5 en 6 cva), de aanpassing van een balustrade en de plaatsing van ramen (prod. 7 cva) en de badkamer op de tweede verdieping (prod. 8 cva). Ook is er door [geïntimeerde] op 16 april 2008 een prijsopgave met tekening voor een vlonder dakterras aan [appellant] uitgebracht (prod. 9 cva).
e) In de periode van 28 april 2008 tot en met 5 mei 2008 hebben partijen per brief en per e-mail standpunten uitgewisseld over de voortgang van de werkzaamheden en de door [geïntimeerde] gefactureerde bedragen c.q. opgestelde specificaties en financiële overzichten.
f) In dit kader heeft [appellant] [geïntimeerde] op 1 mei 2008 per e-mail (prod. 12 cva), onder meer, als volgt bericht:
‘Wij zijn zeer teleurgesteld over de weinige voortgang die in 2 weken werd gemaakt, dat nooit met architect [directievoerder van appellant] contact op werd genomen (achteraf wel te begrijpen want er was niets te rapporteren, er was bijna niet gewerkt) en hoe de werkers (…) het huis achterlieten.De werkwijze van de afgelopen 2 weken hebben bij ons het grote vertrouwen dat we hadden dat alles snel en goed klaar zou zijn de grond ingeboord.(…)De vertraging komt alleen omdat jullie voorrang gaven aan een project in [projectplaats] i.p.v. zoals afgesproken bij ons volop te werken.’g) Bij brief van 2 mei 2008 (prod. 13 cva) aan [appellant] heeft [geïntimeerde] gereageerd. De brief bevat de volgende passages:
‘Zoals overeengekomen zijn wij u, onder bepaalde voorwaarden, tegemoet gekomen met uitstel van betaling voor het restant van de aanneemsom tot en met 15 mei 2008.Echter, hierin is niet het meerwerk opgenomen (was immers toen nog niet bekend).Tevens hebben wij u toegezegd wel alvast de volgende werkzaamheden uit te voeren zodat de woning enigszins bewoonbaar is:- Vervangen van c.v.-ketel- Toilet 2e verdieping- Overstucen van traphal (i.v.m. nieuwe trap)Deze werkzaamheden zijn, ondanks de tussengevoegde meerwerken in uw opdracht, nagenoeg gereed.(…)Wij hebben met u gesproken over de planken t.b.v. het balkon, welke uit het noorden betrokken zullen worden. Dit materiaal zal naar alle waarschijnlijkheid bij levering betaald moeten worden. U heeft hiervan aangegeven dat dit dan maar even moet wachten. Nadat de opdracht door u bevestigd is, zal pas de bestelling in gang gezet worden.(…)U schrijft vertraging geheel aan ons toe. Dit is niet terecht.We hebben immers in de loop van de werkzaamheden in de kelder en in de woonkamer in uw opdracht wijzigingen doorgevoerd.De tegels en het sanitair zijn, nadat u uw keuze hierin heeft gemaakt en ons opdracht heeft verstrekt, meteen door ons besteld.Gezien de materialen niet standaard op voorraad liggen, zit hier enige levertijd op.Op deze factoren hebben wij geen invloed.Het project in [projectplaats] staat in zijn geheel buiten het werk in de [adres] .Normaals; hetgeen wij afgesproken hebben, is nagenoeg gereed.Maandag kunt u de verhuizers zoals afgesproken met hun, gewoon laten komen.
‘(…)Hierbij doen wij u toekomen: onze opleverstaat betreffende [adres] (zie bijlage).Graag uw aandacht hiervoor.Zoals u kunt waarnemen vallen de werkzaamheden nog best mee. Dit vooral omdat er in uw opdracht veel extra werkzaamheden bij gekomen zijn, en de moeilijke tijd met alle feestdagen voor leveringen en zo ook uitvoeringen.(…)’i) De opleverstaat bevat een opsomming van nog te verrichten werkzaamheden en tevens een financieel overzicht per 3 mei 2008, dat uitmondt in een te betalen bedrag wegens verrichte werkzaamheden groot € 45.389,72 (inclusief BTW).
j) Bij brief van 5 mei 2008 (prod. 16 cva) heeft [geïntimeerde] [appellant] , onder meer, als volgt bericht:
‘(…)Uiteraard was op 3 mei nog niet alles gereed. Zie onze opleverstaat (…).(…)Door de extra opdrachten welke door u verstrekt zijn in de loop van de werkzaamheden welke wij zouden uitvoeren voor 1 mei 2008, is het ondanks alle inspanningen niet gelukt om, alvorens de verhuizers vandaag kwamen, alles finaal af te ronden.Echter, wij vinden dat wij uw verzoeken tot diverse aanpassingen, op een zo goed mogelijke manier ingepast hebben in ons werk. Het spijt ons dat u toch uw ongenoegen hierover heeft uitgesproken en onze wijze van meedenken en meewerken (uw financiële situatie) niet heeft kunnen waarderen. Wij hebben immers veel meer opdrachten uitgevoerd binnen dezelfde termijn, dan daadwerkelijk was overeengekomen op 16 maart j.l.(…)Vlonder dakterras:Wij zijn voor u naar Rotterdam gereisd om te bekijken wat u aangaf mooi te vinden.Hierop hebben wij op 16 april een offerte uitgebracht.Een door u getekende opdrachtbevestiging in deze, hebben wij echter nog niet in ons dossier.’k) Bij e-mailbericht van 13 mei 2008 (prod. 19 cva) heeft [geïntimeerde] [appellant] , onder meer, als volgt meegedeeld:
‘Heden-ochtend hebben wij u gesproken over de, te hoog, opgelopen posten.(…)De uiterste datum (15 mei 2008) voor het restant van de aanneemsom nadert.Er is ook al 2 maanden niet meer door u betaald op de reeds verrichte werkzaamheden.U heeft ons toegezegd dat uiterlijk vorige week vrijdag door u betaald kon worden. Dit is niet gebeurd. Wij wensen niet meer verder voor te financieren.Heden-ochtend hebben wij u dan ook medegedeeld dat wij pas weer komen werken als er door u in ieder geval een flinke betaling is gedaan.Wij gaan nu, zoals u telefonisch medegedeeld, weer verder zodra u € 35.000,00 op onze bankrekening heeft over laten schrijven (…).’l) Bij e-mailbericht van 19 mei 2008 (prod. 21 cva) heeft [geïntimeerde] [appellant] , onder meer, als volgt meegedeeld:
‘(…)Ondanks dat wij n.a.v. ons telefoongesprekje en onze brief d.d. 13 mei j.l. slechts € 11.514,96 van u hebben ontvangen (…), zijn wij op uw verzoek toch weer verder gegaan met de werkzaamheden. Vrijdag j.l. zou u contact opnemen met uw notaris. (…)Wij verzoeken u met klem VANDAAG de zaak toch echt te regelen en ons PER OMGAANDE uitsluitsel te geven over de betalingen.(…)’m) Bij e-mailbericht van 21 mei 2008 aan [directievoerder van appellant] , die namens [appellant] enige tijd was opgetreden als directievoerder, en bij brief van 21 mei 2008 aan [appellant] (prod. 22 resp. 23 cva) heeft [geïntimeerde] een beroep op opschorting van de werkzaamheden gedaan, in verband met de omstandigheid dat [appellant] tot dan toe facturen tot een bedrag van in totaal € 36.054,45 niet had betaald.
n) Een brief van 10 juni 2008 (prod. 3 dv iea) van de advocaat van [appellant] aan [geïntimeerde] bevat onder meer de volgende passages:
‘Namens cliënt stel ik u hierbij in gebreke. De verbouwing was op 5 mei 2008 niet gereed en cliënt is daarnaast ook in het geheel niet tevreden over de door u verrichte werkzaamheden en de hoogte van uw facturen’.o) Een brief van 8 juli 2008 (prod. 4 dv iea) van de advocaat van [appellant] aan [geïntimeerde] bevat de volgende passage:
‘cliënt (is) van mening dat uw cliënte thans in verzuim is getreden, nu uw cliënte (…) niet uiterlijk 20 juni 2008 de diverse gebreken heeft hersteld. Uw cliënte is dan ook definitief in verzuim getreden en namens cliënt ontbind ik hierbij de overeenkomst. Cliënt zal zich tot derden wenden om de verbouwing thans zo spoedig mogelijk af te ronden. Cliënt zit immers al ruim 2 maanden langer dan de oorspronkelijk met uw cliënt overeengekomen opleverdatum van 5 mei 2008 in de rotzooi. Ook in dat kader is uw cliënt ernstig tekortgeschoten terwijl cliënt in totaal al € 43.003,97 aan uw cliënte heeft betaald. Het feit dat voormelde opleverdatum niet is gehaald is overigens niet te wijten aan de meerwerkopdrachten van cliënt, maar aan de beslissing van uw cliënte om geheel tegen de afspraak in, in [projectplaats] elders werk aan te nemen tegen directe contante betaling, zodat uw cliënte financieel gezien niet in nog zwaarder weer terecht zou komen.’p) De door [appellant] als deskundige ingeschakelde heer [deskundige] (hierna: [deskundige] ) heeft in een rapport van 12 maart 2010 (prod. 8 dv iea) en in een aanvullend rapport van 4 mei 2012 (prod. 9 dv iea) gerapporteerd inzake de kwaliteit van het door [geïntimeerde] verrichte werk. [deskundige] concludeert in maart 2010 dat de uitvoering van de aannemingsovereenkomst door [geïntimeerde] bij [appellant] tot een
‘bouwkundige schade’groot
42.391,93 (exclusief BTW) heeft geleid. In het rapport van mei 2012 concludeert [deskundige] tot een aanvullende schade groot € 9.622,32 (inclusief BTW en rapportagekosten).
q) De op verzoek van [appellant] door de rechtbank benoemde deskundige J.C.M. van Heeswijk (hierna: Van Heeswijk) heeft in een deskundigenbericht van 24 april 2014
(prod. 17 dv iea) gerapporteerd inzake de door [geïntimeerde] verrichte werkzaamheden. Van Heeswijk concludeert dat sprake is van niet-afgemaakt werk (volgens offertes groot € 18.425,73 exclusief BTW) en foutief aangebrachte onderdelen (met herstelkosten groot € 12.766,44 exclusief BTW).
r) Op 15 december 2011 is [appellant] gedagvaard door mw. [echtgenote van de bestuurder van aannemersbedrijf] (echtgenote van de bestuurder van [geïntimeerde] , [bestuurder van aannemersbedrijf] ). [echtgenote van de bestuurder van aannemersbedrijf] vorderde betaling van € 48.525,67, stellende dat [geïntimeerde] de vordering op [appellant] uit hoofde van de aannemingsovereenkomst aan haar had gecedeerd.
s) Bij deelvonnis van 24 juli 2013 (prod. 13 dv iea) en eindvonnis van 18 december 2013 (prod. 16 dv iea) is [appellant] veroordeeld tot betaling van € 36.469,24 met rente en kosten aan [echtgenote van de bestuurder van aannemersbedrijf] .
t) De woning is door [appellant] op 1 november 2013 verkocht en op 1 april 2014 geleverd aan derden.
u) Op 3 april 2014 heeft [appellant] een bedrag van € 49.902,55 betaald aan [echtgenote van de bestuurder van aannemersbedrijf] . In het betaalde was inbegrepen de op grond van het vonnis van 24 juli 2013 verschuldigde hoofdsom.
v) Bij arrest van dit hof van 13 januari 2015 (prod. 4 mvg) is [appellant] in het hoger beroep van voornoemd vonnis veroordeeld tot betaling van € 28.443,21 met rente en kosten aan [echtgenote van de bestuurder van aannemersbedrijf] . Bij arrest houdende verbetering in de zin van art. 31 Rv van dit hof van 12 mei 2015 is [echtgenote van de bestuurder van aannemersbedrijf] veroordeeld tot terugbetaling van € 8.017,03 met rente aan [appellant] .
nietde fatale termijn van 1 mei 2008 zijn overeengekomen. [appellant] betoogt dat hij (ook) in die situatie bevoegd was om de op 15 mei 2008 te verrichten betaling op te schorten.
welde fatale termijn van 1 mei 2008 zijn overeengekomen. Tussen partijen staat vast dat [geïntimeerde] zijn werkzaamheden niet op 1 mei 2008 had afgerond. Volgens [appellant] heeft dit tot gevolg dat [geïntimeerde] op 1 mei 2008 van rechtswege in verzuim is geraakt, zodat [appellant] bevoegd was om zijn op 15 mei 2008 te verrichten betaling op te schorten. Deze conclusie kan juist zijn als komt vast te staan dat partijen waren overeengekomen dat [geïntimeerde] de werkzaamheden uiterlijk op 1 mei 2008 zou opleveren. Of dat het geval is, zal het hof hierna eerst onderzoeken.
4.De uitspraak
's-Hertogenbosch op een door deze te bepalen datum;