ECLI:NL:GHSHE:2016:3613

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
9 augustus 2016
Publicatiedatum
9 augustus 2016
Zaaknummer
200.172.729_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewijsproblematiek rondom de levering van een bestelbus

In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellant] tegen [geïntimeerde] met betrekking tot de levering van een bestelbus, een blauwe VW Transporter. [appellant] stelt dat er een koopovereenkomst is gesloten voor een bedrag van € 8.500, waarbij een deel van de betaling zou plaatsvinden door inruil van een VW Golf cabrio. [geïntimeerde] betwist deze claim en stelt dat er een andere, beschadigde, witte VW Transporter is verkocht en geleverd. De zaak is eerder behandeld door de kantonrechter van de rechtbank Limburg, die op 11 maart 2015 een vonnis heeft gewezen. Het hof verwijst naar dit vonnis en de stukken van de eerste aanleg voor de verdere procedure.

Tijdens de procedure in hoger beroep heeft [appellant] een USB-stick gedeponeerd met kleurenfoto's die zijn getoond tijdens het getuigenverhoor. Het hof stelt vast dat deze USB-stick onderdeel uitmaakt van de stukken van het geding in eerste aanleg, maar deze is niet gedeponeerd ter griffie van het hof. Voordat het hof inhoudelijk kan oordelen, moet [appellant] de USB-stick alsnog deponeren. Het hof heeft bepaald dat [appellant] dit binnen veertien dagen moet doen en heeft de zaak aangehouden voor verdere beoordeling. De uitspraak is gedaan op 9 augustus 2016 door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht
zaaknummer 200.172.729/01
arrest van 9 augustus 2016
in de zaak van
[appellant],
wonende te [woonplaats] (D),
appellant in principaal hoger beroep,
geïntimeerde in incidenteel hoger beroep,
hierna aan te duiden als [appellant] ,
advocaat: mr. L.E.I.K. Jaminon te Heerlen,
tegen
[geïntimeerde] , h.o.d.n. “Cars & More”,
wonende te [woonplaats] ,
geïntimeerde in principaal hoger beroep,
appellant in incidenteel hoger beroep,
hierna aan te duiden als [geïntimeerde] ,
advocaat: mr. N.M.J. van der Maas te Heerlen,
op het bij exploot van dagvaarding van 8 juni 2015 ingeleide hoger beroep van het vonnis van 11 maart 2015, door de kantonrechter van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht gewezen tussen [appellant] als eiser in conventie, verweerder in reconventie en [geïntimeerde] als gedaagde in conventie, eiser in reconventie.

1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer 2222673 CV EXPL 13-6455)

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis.

2.Het geding in hoger beroep

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding in hoger beroep;
  • de memorie van grieven;
  • de memorie van antwoord, tevens memorie van grieven in incidenteel hoger beroep met producties genummerd 4 tot en met 7, waarbij [geïntimeerde] zijn eis in reconventie heeft gewijzigd;
  • de memorie van antwoord in incidenteel hoger beroep, tevens wijziging van eis in principaal appel;
  • een akte zijdens [geïntimeerde] d.d. 19 januari 2016 met twee producties, genummerd 8 en 9;
  • een antwoordakte zijdens [appellant] d.d. 16 februari 2016.
2.2.
Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald. Het hof doet recht op bovenvermelde stukken en de stukken van de eerste aanleg. Dienaangaande overweegt het hof het navolgende.
2.3.
In het principaal hoger beroep neemt [appellant] het standpunt in dat voldoende overtuigend is bewezen dat hij met [geïntimeerde] een koop is overeengekomen van een blauwe VW Transporter voor een bedrag van € 8.500,=, deels te voldoen door inruil van een VW Golf cabrio en deels door betaling van € 4.000,= en dat die blauwe VW Transporter ook door [geïntimeerde] aan hem is geleverd. [geïntimeerde] betwist dit, stellende dat een witte VW Transporter met schade is verkocht en geleverd. In r.o. 1.1 van het vonnis waarvan beroep verwijst de kantonrechter naar een akte betreffende een depot door [appellant] op 18 november 2014. Blijkens deze akte, opgemaakt op 3 december 2014 onder nummer 18112014/2222673/D (prod. 16 bij memorie van grieven), heeft hij op 18 november 2014 ter griffie van de kantonrechter te Maastricht een USB-stick gedeponeerd met kleurenfoto’s die zijn getoond tijdens het getuigenverhoor van [appellant] .
2.4.
Het hof stelt vast dat van deze geheugenstick door het deponeren ter griffie onderdeel is gaan uitmaken van de stukken van het geding in eerste aanleg. Na het instellen van hoger beroep is de USB-stick echter niet gedeponeerd ter griffie van het hof. Alvorens inhoudelijk te oordelen over de zaak zal [appellant] in de gelegenheid worden gesteld de in eerste aanleg ter griffie gedeponeerde USB-stick alsnog te deponeren ter griffie van het hof. Elke verdere beoordeling en beslissing wordt aangehouden.

4.De uitspraak

Het hof:
in het principaal en incidenteel hoger beroep
bepaalt dat [appellant] binnen veertien dagen na heden ter griffie van het gerechtshof dient te deponeren:
 een USB-stick (wit, HEMA, 16 GB), waarop foto’s zoals reeds eerder in de procedure ingediend onder productie 7, productie 24 en 27 staan afgebeeld in kleurenfoto’s, welke foto’s eveneens reeds zijn getoond via de laptop tijdens het getuigenverhoor van de heer [appellant] als partijgetuige op 10 januari 2014;
verwijst de zaak naar de rol van 4 oktober 2016 voor arrest;
houdt elke verdere beoordeling en beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. M. van Ham, R.J.M. Cremers en A.J. Henzen en is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 9 augustus 2016.
griffier rolraadsheer