Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer 3638867 VV EXPL 14-149)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven;
- de memorie van antwoord met een productie.
3.De beoordeling
“9.1 Het is de werknemer verboden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de werkgever gedurende 12 maanden na het eindigen van de arbeidsovereenkomst binnen een straal van 30 kilometer van de regio, waarin hij gedurende de laatste twee jaren van de vervulling van zijn functie werkzaam is geweest, direct of indirect in dienst te treden bij of op enigerlei wijze werkzaamheden te verrichten voor een onderneming die gelijke of gelijksoortige producten vervaardigt, aanbiedt of verhandelt, of die gelijke diensten verleent als werkgever doet. (…)”.
z]onder voorafgaande schriftelijke toestemming van de werkgever gedurende een periode van 12 maanden na afloop van de arbeidsovereenkomst op enigerlei wijze zakelijke contacten aan te gaan of te onderhouden met relaties van de werkgever. (…)”.
- schorsing van het voormelde relatie- en concurrentiebeding met ingang van 1 november 2014, althans een in goede justitie te bepalen datum;
- schorsing van de daarbij opgenomen boetebedingen, althans te bepalen dat deze boetes niet zullen worden verbeurd boven € 500,00, althans een in goede justitie te bepalen bedrag;
en voor de duur dat de bedingen niet zouden worden geschorst:
- veroordeling van [Handel in hekwerken] tot betaling van een vergoeding van € 2.098,00 per maand zolang ten gronde niet over de rechtsgeldigheid van de bedingen zal zijn beslist;
1 maart 2015, totdat in een bodemprocedure bij in kracht van gewijsde gegaan eindvonnis zal zijn beslist, en de proceskosten tussen partijen gecompenseerd in die zin dat elke partij de eigen kosten draagt. De vordering van [geïntimeerde] is voor het overige afgewezen.