In deze zaak, gewezen door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 26 juli 2016, betreft het een hoger beroep in een schadestaatprocedure tussen Stichting Wonen Limburg en Bouw & Ontwikkeling B.V. Het hof behandelt een incident waarin Bouw & Ontwikkeling B.V. verzoekt om de schadestaatprocedure aan te houden totdat de Hoge Raad heeft beslist op het door hen ingestelde cassatieberoep tegen een eerder arrest van het hof. Dit eerdere arrest, van 12 januari 2016, had betrekking op de hoofdzaak waarin werd geoordeeld dat Wonen Limburg niet tekort was geschoten in haar verplichtingen uit de overeenkomst. De schadestaatprocedure is bedoeld om de inhoud en omvang van de schadevergoeding vast te stellen die voortvloeit uit de hoofdprocedure. Het hof oordeelt dat de uitkomst van de cassatieprocedure bepalend is voor de schadestaatprocedure en dat het in het belang van een efficiënte procesvoering is om de procedure aan te houden. Het hof wijst het verzoek van Wonen Limburg om de procedure voort te zetten af, omdat zij geen voldoende belang heeft gesteld. De zaak wordt ambtshalve doorgehaald op de rol en partijen kunnen de zaak opnieuw op de rol plaatsen na de beslissing van de Hoge Raad. De beslissing over de proceskosten in het incident wordt aangehouden.