Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.De gezamenlijke erfgenamen van wijlen [erflater] ,
[appellante 2] (wettelijk erfgenaam van voornoemde [erflater] ),
[appellante 3] (wettelijk erfgenaam van voornoemde [erflater] ),
1.[Beheer] Beheer B.V.,
Mr Cornelis Hendrik Johannes van der Maasin zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van
[geïntimeerde] Bouw B.V.,
Mr Cornelis Hendrik Johannes van der Maasin zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van
[geïntimeerde] Vastgoed B.V.
6.Het verloop na het tussenarrest van 9 februari 2016
- het genoemde tussenarrest van 9 februari 2016;
- de zijdens [appellante 3] genomen akte met producties;
- de zijdens [geïntimeerde] c.s. genomen akte uitlating.
7.De beoordeling
… subsidie toegekend aan [geïntimeerde] c.s. …” maar
“… subsidie toegekend aan [geïntimeerde] c.s. …” en dat in rov. 4.2.2 in de vierde regel niet moet worden gelezen “
gelden” maar “
geleden”. [appellante 3] heeft in de door hem genomen akte verzocht om te mogen antwoorden op de door [geïntimeerde] c.s. genomen akte. Het hof ziet daartoe geen aanleiding. In het tussenarrest zijn partijen in de gelegenheid gesteld om gelijktijdig een akte te nemen waarin zij zich, bij voorkeur eensluidend, kunnen uitlaten over de persoon van de te benoemen deskundige en de te stellen vragen. Partijen hebben die gelegenheid benut en zij zijn het kennelijk niet eens geworden over de persoon van de te benoemen deskundige noch over de vraagstelling. Het is thans aan het hof om hierover te beslissen.
8.De uitspraak
en ten aanzien van de conceptrapportage– partijen in de gelegenheid stelt opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat uit het schriftelijk bericht van de deskundige moet blijken of aan dit voorschrift is voldaan, terwijl in het bericht tevens melding wordt gemaakt van de inhoud van zodanige opmerkingen en verzoeken;
drie maandennadat door de griffier is bericht dat met het onderzoek kan worden begonnen;
bij brief aan de griffier van dit hofmet afschrift aan de wederpartij (die binnen twee dagen hierop kan reageren bij brief aan de griffier van dit hof met afschrift aan de wederpartij)tegen de hoogte van het voorschot bezwaar heeft/hebben gemaakt, in welk geval het hof op het bezwaar/de bezwaren zal beslissen en de hoogte van het voorschot zal bepalen;