Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
9.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 23 december 2014;
- de drie processen-verbaal van getuigenverhoor van 7, 8 en 22 april 2015;
- de memorie na getuigenverhoor van [beheer] met producties;
- de antwoordmemorie na getuigenverhoor van [geïntimeerde] met producties.
10.De verdere beoordeling
"(…) daarop heb ik van de heer [geïntimeerde] een positief antwoord gekregen. Wel gaf hij aan dat er een kettingbeding in moest komen. Ik heb de handgeschreven afspraken in feite geverifieerd en toen de koopovereenkomst doorgenomen. Onder andere in verband met die bestuursdwang. [geïntimeerde] heeft toen tegen mij gezegd dat hij de aanvullende bedingen in de koopovereenkomst akkoord vond als [notarisklerk] dat ook zou vinden".
"Ik heb de handgeschreven onderhandse akte gezien, dus daaruit weet ik wat er afgesproken is. (…) Over de inhoud van dat gesprek kan ik met niet veel herinneren, naderhand toen er niet geleverd werd ben ik er meer ingedoken.(…)
Op 8 april ben ik bij een gesprek geweest dat plaatsvond in de kantine van het bedrijf van de heer [geïntimeerde] . (…) In dat gesprek is gesproken over het jachtrecht en verder weet ik het niet meer precies. De prijs was al bekend, maar we moeten ook wel haast over de containers gesproken hebben, want die moesten eraf. Ik weet niet meer of wij ook nog gesproken hebben over wat zich op het perceel bevond en wat er mee moest gebeuren anders dan de containers. Ik weet ook niet meer hoe we uit elkaar zijn gegaan na dat gesprek."
"het handgeschreven contractje"(het stuk van 30 maart 2010) stond. En voorts:
"Er waren verschillende standpunten. Ik heb vervolgens naar aanleiding van het gesprek een concept overeenkomst opgesteld. In die overeenkomst heb ik de, in mijn perceptie, in het gesprek tussen partijen gemaakte afspraken neergelegd. Of ze in de perceptie van partijen ook zo gemaakt zijn vind ik moeilijk te verklaren".
zei toen dat hij de grond weliswaar aan ons had verkocht, maar dat wij het niet zouden krijgen omdat hij het nodig had om andere plannen te realiseren. Eerder was mij ook al bekend geworden dat [geïntimeerde] problemen had met de gemaakte afspraken omdat hij bleek zijn plannen met de resterende grond niet te kunnen realiseren. Ik weet niet meer precies wanneer dit conflict zich afspeelde. Het was zomers weer en het zou best al in 2011 geweest kunnen zijn. Van de afspraken die tussen partijen gemaakt zijn, weet ik van het bestaan van het handgeschreven A4'tje. Zoals gezegd, wij zijn een familiebedrijf dus ik ben wel gepolst over de plannen om de grond te gaan kopen. Wat de afgesproken prijs is weet ik niet precies, ik weet wel dat er eerst een lagere prijs is afgesproken, die wij overigens al hoog vonden. Later is die prijs nog weer verhoogd, in verband met de kosten die [geïntimeerde] had moeten maken voor de aanwezige stallen en dergelijke. Ik dacht dat dat iets van € 20.000 of € 25.000,- is geweest, die verhoging. Ik weet niet precies wat er afgesproken is over die opstallen, maar als je daar meer voor betaalt dan lijkt het me ook logisch dat ze er bij in zitten. Ik meen mij ook te herinneren dat dat ook zo tegen mij gezegd is. Ook bij de verhoging van de prijs moesten wij even slikken, maar het is wel afgesproken. Om te voorkomen dat er weer een verhoging zou komen of andere onverwachte dingen is dat A4'tje opgemaakt met de concrete afspraken. Over de leveringsdatum weet ik niets en over de ontbindende voorwaarde ook niet. Ik weet wel dat het voor ons van wezenlijk belang was dat wij een weg zouden kunnen aanleggen over dat stuk grond. Het conflict ging uiteindelijk verder. De heer [geïntimeerde] zou bij de gemeente een verzoek zijn gaan indienen om tot handhaving te komen met betrekking tot onze bedrijfsvoering. Ik ben toen naar hem toe gegaan met de vraag of dat zo was en toen dat bleek, heb ook de andere samenwerking die ik met [geïntimeerde] had opgezegd. De heer [geïntimeerde] heeft toen herhaald wat hij eerder zei, dat hij het wel aan ons had verkocht, maar dat hij het niet zou gaan leveren omdat hij het zelf nodig had. Bij dit gesprek was ook de heer [bedrijfsleider bij geintimeerde] aanwezig. Toen liep deze procedure al, dat was misschien al wel in 2012."
zei ik wil jouw grond kopen. Ik dacht dat hij het weiland bedoelde en heb hem gezegd dat ik eerst de problemen met de paarden op moest lossen. Die waren hem bekend. Ik heb ook gezegd jij bent straks de eerste en het moet €125.000,- kosten. (…) Ik heb toen ook verteld dat ik de eigendom van de grond nog niet had. En weer gezegd dat ik eerst de problemen met de paarden op moest lossen. Dat ging over de goedkeuring die ik nodig had om de stallen te verplaatsen naar het perceel van [perceeleigenaar] . Ik was daar met de gemeente over aan het steggelen. (…)
"Dat[het voeren van het gesprek op die datum]
heb ik onder druk gedaan en steeds gezegd ik ga niet tekenen want ik heb eerst nog veel problemen op te lossen. We hebben ook gesproken over het jachtrecht. Dat vond ik belangrijk (…) Verder wilde ik een recht van overpad over die weg en zo".