Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaaknummer 3598680 CV EXPL 14-9089)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- het tegen [geïntimeerde] verleende verstek;
- de memorie van grieven, tevens houdende akte tot wijziging van eis alsmede akte tot subsidiaire wijziging van de grondslag van de vordering en subsidiaire wijziging van eis met producties;
- het exploot van 24 juli (het hof leest:) 2015 waarbij ICS de memorie van grieven, tevens houdende akte tot wijziging van eis alsmede akte tot subsidiaire wijziging van de grondslag van de vordering en subsidiaire wijziging van eis met producties aan [geïntimeerde] heeft laten betekenen en hem heeft opgeroepen om te verschijnen op de rol van 4 augustus 2015.
3. De beoordeling
"Wij mogen het openstaande saldo onmiddellijk opeisen als: (a) u tenminste 2 maanden het minimaal te betalen bedrag niet heeft betaald en ook na een aanmaning nog steeds niet heeft betaald (…)."Veronderstellenderwijs uitgaande van de juistheid van de stelling van ICS dat deze algemene voorwaarden met [geïntimeerde] zijn overeengekomen, is het hof met de kantonrechter van oordeel dat dit opeisingsbeding nietig is. Het hof onderschrijft de overwegingen van de kantonrechter in het bestreden vonnis op dit punt en maakt deze overwegingen tot de zijne.