Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[JGM] Meubelen B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
[geïntimeerde 2] ,wonende te [woonplaats] ,
5.Het verdere verloop van de procedure
- het tussenarrest van 20 oktober 2015;
- de memorie na enquête van [appellant] met producties;
- de antwoordmemorie van [geïntimeerde 2] .
6.De verdere beoordeling
geen(onderstreping hof) tekening was van de slaapkamerkastjes. Deze verklaring is in strijd met zijn verklaring tijdens het getuigenverhoor op 6 januari 2016, dat [geïntimeerde 2] het te maken kastje had uitgetekend op een vel papier en dat
altijd(onderstreping hof) met behulp van een schets opdrachten door [geïntimeerde 2] werden verstrekt. Daarnaar gevraagd tijdens het getuigenverhoor, heeft [appellant] verklaard dat hij niet weet waarom hij bij het verhoor op 12 april 2012 niet heeft gezegd dat er wel een tekening was, dat het al lang geleden is en dat hij zich nu het tekeningetje kan herinneren. Het voorgaande brengt naar het oordeel van het hof mee dat gezien de uiteenlopende verklaringen van [appellant] op dit voor het bewijs van de opdracht wezenlijke punt, behoedzaam dient te worden omgegaan.