Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Varkensbedrijf [varkensbedrijf] v.o.f.,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
[appellant 2 in de hoofdzaak],
wonende te [woonplaats] ,
[appellante 3 in de hoofdzaak],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
1.[geintimeerde 1 in vrijwaring] ,gevestigd te Sint Anthonis,
[geintimeerde 2 in vrijwaring],
wonende te Sint Anthonis,
[geintimeerde 3 in vrijwaring],
gevestigd te Sint Anthonis,
8.Het verdere verloop van de procedure
9.De verdere beoordeling
- de voorshands bewezen geachte stelling dat de biggen die [geintimeerden c.s. in vrijwaring] op 26 januari 2010 en 2 februari 2010 aan [geintimeerde in de hoofdzaak] heeft geleverd en die [geintimeerde in de hoofdzaak] op dezelfde dagen (26 januari 2010 en 2 februari 2010) aan [appellanten c.s. in de hoofdzaak] heeft geleverd, besmet waren met Vibrio, en
- de voorshands bewezen geachte stelling dat leegstand in de stal van [appellanten c.s. in de hoofdzaak] aangewezen was om van de infectie met Vibrio af te komen.