ECLI:NL:GHSHE:2016:276
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging schuldsaneringsregeling zonder toekenning van schone lei wegens toerekenbare tekortkomingen
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, hebben appellanten [appellant] en [appellante] hoger beroep ingesteld tegen de vonnissen van de rechtbank Oost-Brabant van 4 december 2015. De rechtbank had eerder de toepassing van de schuldsaneringsregeling uitgesproken, maar oordeelde dat de appellanten toerekenbaar tekortgeschoten waren in de nakoming van hun verplichtingen uit deze regeling. Het hof heeft de mondelinge behandeling op 20 januari 2016 gehouden, waarbij de appellanten niet verschenen, maar hun advocaat en de bewindvoerder wel aanwezig waren. De rechtbank had geoordeeld dat de appellanten nieuwe schulden hadden laten ontstaan en dat er geen aanleiding was om hen een 'schone lei' te verlenen, zoals bedoeld in artikel 354 lid 2 van de Faillissementswet (Fw).
Het hof heeft de argumenten van de appellanten, die stelden dat de nieuwe schulden niet toerekenbaar waren en dat de tekortkomingen buiten beschouwing hadden moeten blijven, niet gevolgd. Het hof concludeerde dat de appellanten niet aan hun informatieverplichtingen hadden voldaan en dat de nieuwe schulden aanzienlijk waren. De appellanten hadden geen concreet plan van aanpak gepresenteerd voor het aflossen van deze schulden, wat ook een reden was om de termijn van de schuldsaneringsregeling niet te verlengen.
Uiteindelijk heeft het hof de vonnissen van de rechtbank bekrachtigd, waarmee de beëindiging van de schuldsaneringsregeling zonder toekenning van de 'schone lei' werd bevestigd. De uitspraak is gedaan op 28 januari 2016.