Uitspraak
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift met het procesdossier van de eerste aanleg, ingekomen ter griffie op 25 januari 2016;
- het verweerschrift in hoger beroep;
- een V6-formulier ingediend namens [appellant] met als bijlage een schriftelijke verklaring van [getuige ] , ingekomen ter griffie op 11 mei 2016;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg op 12 januari 2016;
geeft (emotioneel) aan dat hij niet meer tegen de herrie van de radio kan. Deze staat regelmatig zo hard dat het geluid boven dat van de zaagmachine uit komt. Hier door kan [roepnaam appellant] niet functioneren omdat hij vaak rekenwerk moet doen (…) [roepnaam appellant] geeft aan dat hij door de herrie vreselijk agressief wordt. Bij zijn vorige werkgever heeft hij om dezelfde redenen iemand “voor zijn kop” geslagen, dat wil hij voorkomen.(…)Ik geef [roepnaam appellant] aan dat alleen de radio niet zoveel teweeg kan brengen (…)Ik geef [roepnaam appellant] te kennen dat wat hij in de toekomst wil zijn eigen vrije keuze is. Echter zolang hij bij OC Expo werkt dient hij zich aan de regels te houden en normaal te functioneren. Daarnaast zal ik ervoor zorgen dat de raio(het hof leest: radio)
op een acceptabel niveau staat.”
Zijdens [exhibitions] is bezwaar gemaakt tegen die lezing van het verzoek alsmede tegen de subsidiaire wijziging van het verzoek.
“
De keren dat [roepnaam appellant] medewerkers voor “mongool” en “klootzak” uitmaakt als ze in de zagerij komen om iets te zagen, zijn niet te tellen.
“”Denk er maar aan, dat jij nog grote ruzie krijgt”.[appellant] heeft aangegeven dat hij niet die woorden heeft gebruikt, maar iets zou hebben gezegd in de trant van
“zoek je soms ruzie met mij”.Ook indien de lezing van [appellant] wordt gevolgd, blijkt daaruit dat [appellant] , die zijn collega bijna met een door hem gegooide bezem raakte en naar eigen zeggen daarvoor zijn excuses had aangeboden, zich kort daarna intimiderend heeft uitgelaten naar die collega.