Uitspraak
GERECHTSHOF ̓s-HERTOGENBOSCH
1.[geïntimeerde 1] ,
15.Het verdere verloop van het geding
16.De verdere beoordeling
4.6; het hof herstelt deze verschrijving hierbij.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om een geschil tussen twee vennootschappen over de hoofdelijke aansprakelijkheid voor bouwkosten van een lift. De vennootschap 1, appellante in het principaal appel, heeft de zaak aangespannen tegen de geïntimeerden, die in het incidenteel appel zijn gegaan. De procedure is een vervolg op eerdere tussenarresten van het hof en vonnissen van de rechtbank Maastricht en de rechtbank Limburg. De vennootschap 1 vordert betaling van bouwkosten die zij heeft gemaakt, terwijl de geïntimeerden betwisten dat zij hiervoor aansprakelijk zijn. Het hof heeft in eerdere arresten al geoordeeld over de hoofdelijke aansprakelijkheid van de geïntimeerden en de juridische grondslagen van de vorderingen. In het arrest van 28 juni 2016 heeft het hof de vorderingen van de vennootschap 1 gedeeltelijk toegewezen, waarbij het hof de bedragen heeft vastgesteld die de geïntimeerden aan de vennootschap 1 verschuldigd zijn. Het hof heeft daarbij ook de proceskostenveroordeling in eerste aanleg vernietigd en de geïntimeerden veroordeeld in de kosten van beide instanties. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, ondanks het verzoek van de geïntimeerden om dit niet te doen, omdat zij vrezen voor vermogensnadeel bij executie van het arrest.