Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
- de verdachte niet-ontvankelijk zal verklaren in het hoger beroep tegen de vrijspraak van het in de zaak met parketnummer 03-700244-13 ten laste gelegde;
- de dagvaarding in de zaak met parketnummer 03-659418-13 met betrekking tot feit 3 nietig zal verklaren dan wel, subsidiair, de verdachte van dat feit zal vrijspreken;
- de verdachte zal vrijspreken van het in de zaak met parketnummer 03-659197-14 onder 1. primair en 2. primair ten laste gelegde en voorts ten aanzien van het in de zaak met parketnummer 03-659418-13 onder 2 in de tenlastelegging opgenomen bestanddeel geweld;
- de verdachte ter zake van het in de zaak met parketnummer 03-659418-13 onder 1, 2 en 4 ten laste gelegde en in de zaak met parketnummer 03-659197-14 onder 1. subsidiair, 2. subsidiair en 3 ten laste gelegde zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden, met aftrek van het voorarrest.
hij op of omstreeks 15 oktober 2013 te Susteren, in elk geval in de gemeente Echt-Susteren, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldkistje en/of een hoeveelheid zilveren guldens en/of een bankpas en/of een hoeveelheid sieraden en/of een geldbedrag (1400,-- euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld tegen die [slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld hierin bestond dat verdachte en/of (een van) zijn mededader(s) die [slachtoffer 1] (met kracht) heeft geduwd (waardoor die [slachtoffer 1] ten val is gekomen);
hij op of omstreeks 17 mei 2012 in de gemeente Landgraaf tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in/uit een aan de [adres] gelegen woning, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldkistje met daarin 20.000 euro, althans met inhoud, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de 77-jarige [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
hij op meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 17 september 2013 tot en met
hij op of omstreeks 09 oktober 2013 in de gemeente Kerkrade met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een fiets, type Spider, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
hij op of omstreeks 28 januari 2013 te Gulpen, in elk geval in de gemeente Gulpen-Wittem, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning, gelegen aan de [adres] , heeft weggenomen onder meer een hoeveelheid geld en sieraden, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 5] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
hij in of omstreeks de periode van 28 januari 2013 tot en met 19 februari 2013 te Gulpen, gemeente Gulpen-Wittem, in elk geval in Nederland en/of in de Bondsrepubliek Duitsland, een ring en/of een armband heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die ring en/of die armband wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
hij op of omstreeks 04 november 2012 te Linne, in elk geval in de gemeente Maasgouw, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning, gelegen aan de [adres] , heeft weggenomen onder meer een hoeveelheid geld en een pinpas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 6] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
hij in of omstreeks de periode van 04 november 2012 tot en met 21 januari 2013 te Linne, in elk geval in de gemeente Maasgouw, in elk geval in Nederland en/of in de Bondsrepubliek Duitsland, een ring heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die ring wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
hij in of omstreeks de periode van 14 februari 2011 tot en met 04 april 2013, te [woonplaats] , in elk geval in de gemeente Kerkrade, althans in Nederland en/of in de Bondsrepubliek Duitsland, (een) voorwerp, te weten een geldbedrag van in totaal EURO 28.914,--, in elk geval hoeveelheden geld, heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of omgezet, althans van (een) voorwerp, te weten een geldbedrag van in totaal EURO 28.914,--, in elk geval hoeveelheden geld, gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist dat bovenomschreven voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf.
hij op 15 oktober 2013 te Susteren, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldkistje en een hoeveelheid zilveren guldens en een bankpas en een hoeveelheid sieraden en een geldbedrag (1400,-- euro), toebehorende aan [slachtoffer 1] , welke diefstal werd gevolgd van geweld tegen die [slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en aan zijn mededader hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld hierin bestond dat verdachte die [slachtoffer 1] met kracht heeft geduwd waardoor die [slachtoffer 1] ten val is gekomen;
2.
hij op 17 mei 2012 in de gemeente Landgraaf tezamen en in vereniging met een ander in een aan de [adres] gelegen woning, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldkistje met daarin 20.000 euro, toebehorende aan de
hij op meerdere tijdstippen in de periode van 17 september 2013 tot en met 11 oktober 2013 in de gemeente Landgraaf telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een sleepkabel, toebehorende aan [slachtoffer 3] ;
hij op 09 oktober 2013 in de gemeente Kerkrade met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een fiets, type Spider, toebehorende aan [slachtoffer 4] .
diefstal door twee of meer verenigde personen.
diefstal, meermalen gepleegd.
diefstal.
- de inhoud van het hem betreffende Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 18 april 2016, waaruit blijkt dat hij eerder onherroepelijk tot straf is veroordeeld ter zake van een vermogensdelict;
- de inhoud van de rapportage psychologisch onderzoek d.d. 23 april 2014, opgemaakt door drs. I. Neissen, gz-psycholoog;
- de inhoud van de diverse reclasseringsadviezen in het dossier, waaronder de inhoud van het reclasseringsadvies van SVG reclassering Limburg Mondriaan d.d. 20 juli 2015, opgemaakt door W.E.G. Stegeman, reclasseringswerker;
- de overige persoonlijke omstandigheden van verdachte, voor zover daarvan ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken.
materiële schadeop het standpunt dat onder haar € 20.000,- aan spaargeld is weggenomen, waarvan € 1.000,- is vergoed door de verzekeraar. Uit het politiedossier blijkt dat de benadeelde [slachtoffer 2] direct na de diefstal op 17 mei 2012 aangifte heeft gedaan. In die aangifte meldt zij dat verdachte tot haar grote schrik haar geldkist heeft weggenomen, met daarin onder meer € 20.000,- in briefjes van 50 en 100 euro. Zij voegt daaraan toe dat zij weet dat het zoveel geld was omdat zij het de afgelopen week nog had geteld (dossierpagina 755). Ook haar zus [zus van slachtoffer 2] , die ten tijde van de diefstal in de woning van de benadeelde aanwezig was, heeft kort na de diefstal op 17 mei 2012 tegenover de politie verklaard dat haar zus behoorlijk overstuur was, zeker toen bleek dat een geldkist met daarin een geldbedrag van ongeveer € 20.000,- was weggenomen (dossierpagina 761).
immateriële schadeniet-ontvankelijk dient te worden verklaard. Artikel 6:106 BW, eerste lid, aanhef en onder b, van het Burgerlijk Wetboek bepaalt dat een benadeelde aanspraak kan maken op een naar billijkheid vast te stellen vergoeding van niet-vermogensschade, indien de benadeelde lichamelijk letsel heeft opgelopen, in zijn eer of goede naam is geschaad of andere wijze in zijn persoon is aangetast.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden.
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
bewaringten behoeve van de rechthebbende van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
€ 19.000,00 (negentienduizend euro) aan materiële schadeen veroordeelt de verdachte, die evenals zijn mededader hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan de ander daarvan in zoverre zal zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 19.000,00 (negentienduizend euro) materiële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
130 (honderddertig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.