Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
hij in of omstreeks de periode van 30 april 2013 tot en met 2 mei 2013 te Valkenswaard en/of te Waalre, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, een lijk, te weten het stoffelijke overschot van
Inleiding
het hof begrijpt: medeverdachte [medeverdachte]). Deze [medeverdachte] vertelde dat hij op de [straat 2] in Tongelre woonde. Hij droeg zijn arm in een blauwe mitella. De getuige vroeg aan [slachtoffer] waar hij heen ging, waarop deze antwoordde dat hij naar Valkenswaard ging om [medeverdachte] af te zetten. Toen de getuige vroeg of hij mee zou rijden, zodat [slachtoffer] niet alleen terug hoefde te rijden, antwoordde [slachtoffer] dat dat o.k. was. [medeverdachte] zou toen gezegd hebben: “dat huis kent niemand, ik heb liever niet dat andere mensen meegaan’’, waarop [slachtoffer] [medeverdachte] gelijk gaf en de getuige niet heeft meegenomen naar Valkenswaard.
Verklaringen van medeverdachte [medeverdachte]
het hof begrijpt: [verdachte]) in zijn woning toen [slachtoffer] (
het hof begrijpt: het slachtoffer [slachtoffer]) langs kwam om drugs af te leveren
Verklaringen verdachte
het hof begrijpt: [medeverdachte]) kwam met die dealer en dat er eigenlijk afgesproken was om Koninginnedag te gaan vieren, maar dat er coke bij moest, ze zouden gaan feesten, dat hij dacht dat er helemaal niemand zou komen maar dat ze toch kwamen met een blauwe Renault
het hof begrijpt: [slachtoffer]) het tegen zijn vriendjes zou vertellen uit de drugswereld hij het zelf niet na zou vertellen
Standpunt van het openbaar ministerie
Standpunt van de verdediging
Betrokkene heeft vanaf zijn 20e psychotische symptomen. De diagnose was ook van kracht tijdens het ten laste gelegde. Bij de politie lijkt betrokkene psychotisch, aldus het PBC. In het PBC geeft hij achteraf een toenemend psychotische verklaring voor wat er is gebeurd, die is bij de politie nog niet volledig uitgekristalliseerd. Onduidelijk blijft wat aanvankelijk een waan was en òf hiervan sprake was en wat door betrokkene later psychotisch is ingevuld.”
Tijdens de PBC-opname van 21 november 2013 tot 9 januari 2014 was verdachte ernstig psychotisch. Er was sprake van bizarre, paranoïde en grootheidswanen (…). Betrokkene is de laatste jaren voor het ten laste gelegde chronisch psychotisch. De schizofrenie van het paranoïde type was aanwezig ten tijde van het ten laste gelegde (…). Medicatie heeft partieel effect gehad, maar betrokkene is nog steeds psychotisch. De huidige versie van het ten laste gelegde zoals verteld door betrokkene is één van de versies die hij heeft verteld. Onduidelijk blijft in hoeverre zijn procespositie in zijn verklaring een rol speelt. Niet te verifiëren was wat de rol van de medeverdachte [medeverdachte] was en in hoeverre betrokkene onder druk stond.”
Beoordeling hof met betrekking tot (mede)plegen van moord dan wel (gekwalificeerde) doodslag
Onttrekken van een lijk aan nasporing (onder 2 ten laste gelegd)
hij in de periode van 30 april 2013 tot en met 2 mei 2013 te Valkenswaard en te Waalre, tezamen en in vereniging met een ander, een lijk, te weten het stoffelijke overschot van [slachtoffer] , heeft verborgen en heeft weggevoerd, met het oogmerk om het feit en de oorzaak van het overlijden te verhelen, immers hebben verdachte en zijn mededader, nadat genoemde [slachtoffer] door verdachte opzettelijk om het leven was gebracht:
doodslag.
BESLISSING
onder 1 primair en 1 subsidiair ten laste gelegdeheeft begaan en
spreektde verdachte daarvan
vrij.
onder 1 meer subsidiair en 2ten laste gelegde heeft begaan.
gevangenisstrafvoor de duur van
8 (acht) jaren.
ter beschikking wordt gestelden beveelt dat hij van
overheidswege zal worden verpleegd.
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 1]
€ 821,00 (achthonderdeenentwintig euro) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 821,00 (achthonderdeenentwintig euro) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
16 (zestien) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 2]
€ 1.240,00 (duizend tweehonderdveertig euro) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 1.240,00 (duizend tweehonderdveertig euro) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
22 (tweeëntwintig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 3]
€ 235,00 (tweehonderdvijfendertig euro) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 235,00 (tweehonderdvijfendertig euro) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
4 (vier) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 4]
€ 470,00 (vierhonderdzeventig euro) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 470,00 (vierhonderdzeventig euro) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
9 (negen) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 5]
€ 820,00 (achthonderdtwintig euro) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 820,00 (achthonderdtwintig euro) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
16 (zestien) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 6]
€ 1.260,00 (duizend tweehonderdzestig euro) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 1.260,00 (duizend tweehonderdzestig euro) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
22 (tweeëntwintig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 7]
€ 310,00 (driehonderdtien euro) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 310,00 (driehonderdtien euro) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
6 (zes) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.