ECLI:NL:GHSHE:2016:2460
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging van de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling wegens niet-nakoming van verplichtingen door de saniet
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 16 juni 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling van de appellante. De rechtbank Zeeland-West-Brabant had op 4 april 2016 de schuldsaneringsregeling tussentijds beëindigd, omdat de appellante haar verplichtingen niet naar behoren was nagekomen en nieuwe schulden had laten ontstaan. De appellante, bijgestaan door haar advocaat mr. R.G. van der Laan, heeft in hoger beroep verzocht om het vonnis van de rechtbank te vernietigen en de schuldsaneringsregeling voort te zetten. Tijdens de mondelinge behandeling op 8 juni 2016 heeft de appellante haar standpunt toegelicht, waarbij zij aanvoerde dat haar tekortkomingen verschoonbaar waren door persoonlijke omstandigheden, waaronder de hartstilstand van haar vader.
Het hof heeft echter geoordeeld dat de appellante toerekenbaar en in ernstige mate verwijtbaar niet heeft voldaan aan haar verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling. Het hof heeft vastgesteld dat de appellante geen bewijs heeft geleverd van haar stellingen en dat er geen verbetering in haar situatie is opgetreden sinds de tussentijdse beëindiging. De bewindvoerder heeft aangegeven dat er sinds januari 2016 geen informatie van de appellante is ontvangen en dat er sprake is van een boedelachterstand. Het hof heeft geconcludeerd dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat de schuldsaneringsregeling van de appellante tussentijds dient te worden beëindigd, en heeft het vonnis van de rechtbank bekrachtigd.