Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/01/298848/KG ZA 15-577)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep met grieven;
- de memorie van antwoord;
- de akte van de vrouw van 12 januari 2016;
- de antwoordakte van de man van 26 januari 2016;
- het pleidooi d.d. 26 april 2016.
- de vrouw in haar vordering niet-ontvankelijk te verklaren, althans haar vordering af te wijzen als zijnde ongegrond en/of onvoldoende gemotiveerd;
- de achterstallige kinderalimentatie per 31 oktober 2015 vast te stellen op € 11.207,83;
- de vrouw te veroordelen in de kosten van deze procedure, zowel in eerste aanleg als in hoger beroep.
3.De beoordeling
- € 373,= per maand over de periode van 1 augustus 2013 tot en met 31 december 2013;
- € 376,36 per maand met ingang van 1 januari 2014.
geen beroep doet opartikel 588 Rv, waarin is bepaald dat uitvoerbaarheid bij lijfsdwang niet wordt uitgesproken indien de schuldenaar buiten staat is aan de verplichting, waarvoor tenuitvoerlegging bij lijfsdwang wordt verlangd, te voldoen.