Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/03/181848/HAZA 13-258)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- het exploot van anticipatie van RAP;
- de memorie van grieven met producties;
- de memorie van antwoord in het principaal hoger beroep, tevens memorie van grieven in het incidenteel hoger beroep met producties;
- de memorie van antwoord in incidenteel appel met producties;
- de akte uitlating producties na memorie van antwoord in het incidenteel hoger beroep van RAP met één productie;
- de antwoordakte van [appellant] met één productie.
3.De beoordeling
De Raad van Toezicht bestaat uit minimaal drie en maximaal vijf natuurlijke personen. (…) Wordt het feitelijke aantal leden minder dan drie, dan behoudt de Raad van Toezicht zijn bevoegdheden maar is hij verplicht om onverwijld maatregelen tot aanvulling van zijn ledental te nemen. Het streven is dat van de Raad van Toezicht één lid afkomstig is uit de Raad van Toezicht van Stichting Gehandicaptenzorg, (…) een en ander voor zover dit niet leidt tot onwenselijke situaties in Stichting Revalidatieartsenpraktijk en/of Stichting Gehandicaptenzorg.
Lid van de Raad van Toezicht kan niet zijn een persoon en zijn directe (tot in de tweede graad) verwanten:
door het ontstaan van een onverenigbaarheid conform artikel 8 lid 2