Uitspraak
5.De beschikking d.d. 9 juli 2015
6.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
7.De verdere beoordeling
8.De beslissing
,voor wat betreft de regeling inzake de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken;
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, betreft het een hoger beroep over een contactregeling tussen een vader en zijn kinderen na een scheiding. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. E.E. Frenken, heeft in hoger beroep verzocht om de contactregeling met zijn kinderen te herzien. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. E.K.G.M. Martens, heeft daarentegen verzocht om een eindbeschikking waarbij wordt bepaald dat er geen contact zal zijn tussen de man en de kinderen. Dit verzoek is gedaan in het kader van een eerder gelast deskundigenonderzoek, waar de man zijn medewerking aan heeft onthouden.
Het hof heeft kennisgenomen van de standpunten van beide partijen en de inhoud van de brief van de deskundigen. De deskundigen hebben aangegeven dat zij het onderzoek niet kunnen voortzetten omdat de man niet meewerkt. De vrouw heeft in haar verzoek benadrukt dat er sinds januari 2015 geen contact meer is geweest tussen de man en de kinderen, en zij is van mening dat het in het belang van de kinderen is dat dit contact niet hersteld wordt. De man heeft zich in zijn reactie refererend aan het oordeel van het hof, maar heeft zijn onvrede over de situatie geuit.
Het hof heeft geoordeeld dat het verzoek van de vrouw om een eindbeschikking af te geven, in strijd is met een goede procesorde, en heeft het verzoek afgewezen. Het hof heeft vastgesteld dat er geen overeenstemming is bereikt na het deskundigenonderzoek en dat de man zijn medewerking heeft geweigerd. Het hof heeft besloten de beschikking van de rechtbank Oost-Brabant te bekrachtigen, waarbij de regeling inzake de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken wordt gehandhaafd. De proceskosten in hoger beroep worden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.