In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 15 april 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant. De verdachte was eerder veroordeeld voor 'bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd' en kreeg een gevangenisstraf van 97 dagen, waarvan 60 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis.
Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die bevestiging van het eerdere vonnis heeft gevorderd, en van de argumenten van de verdediging, die pleitte voor vrijspraak of een lichtere straf. Het hof heeft de zaak zorgvuldig onderzocht, waarbij het de omstandigheden van de verdachte en de ernst van de feiten in overweging heeft genomen.
Het hof heeft uiteindelijk besloten het vonnis waarvan beroep te vernietigen ten aanzien van de opgelegde straf en heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 37 dagen. De tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, zal in mindering worden gebracht op de opgelegde straf. Het hof heeft het eerdere vonnis voor het overige bevestigd, waarmee het de ernst van de bedreigingen en de recidive van de verdachte heeft onderstreept.