4.1.In dit hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende feiten.
a. [appellanten c.s.] en [geintimeerden c.s.] hebben in maart 2009 een overeenkomst gesloten (hierna: de overeenkomst), die is gericht op de gezamenlijke exploitatie in de vorm van een vennootschap onder firma van een horecabedrijf, genaamd v.o.f. Blaakven (hierna: de onderneming). De overeenkomst is neergelegd in een vennootschapsakte gedateerd maart 2009 (productie 1 bij dagvaarding in eerste aanleg). De start van de samenwerking is gesteld op 15 maart 2009.
b. [geintimeerden c.s.] dreven voorheen een inhoudelijk vergelijkbare onderneming door middel van de aan [geintimeerden c.s.] gelieerde vennootschap Aebo B.V. Aebo B.V. was en is de eigenaar van het bedrijfspand.
c. De inbreng van de vennoten in de onderneming komt hierop neer, dat [geintimeerden c.s.] hebben ingebracht de horeca-inventaris (waarde € 125.000) en de goodwill (waarde € 25.000) voortkomende uit de door Aebo B.V. gedreven onderneming. [appellanten c.s.] hebben ingebracht € 150.000 aan geld. Daarnaast brengen alle vennoten onder meer hun arbeid in.
Deze inbreng is vermeld in artikel 4 van de overeenkomst.
d. De gezamenlijke exploitatie is geëindigd per einde december 2012 door opzegging van de overeenkomst door [appellanten c.s.]
e. De tekst van de overeenkomst duidt [geintimeerden c.s.] aan als de vennoten sub 1 en 2 en [appellanten c.s.] als de vennoten sub 3 en 4 en kent onder andere de volgende bepalingen.
“(…) Artikel 1: Naam en plaats van vestiging
De vennootschap draagt de naam V.o.f. Blaakven en is gevestigd te [vestigingsplaats] . (…)
Artikel 2: Doel
De vennootschap heeft ten doel het voor gezamenlijke rekening exploiteren van een horecabedrijf en al hetgeen daartoe behoort en daarmee in verband staat in de ruimste zin van het woord.
(…)
Artikel 7: Samenwerking
(…)
Lid 2: De arbeidstijden verhouden zich tot elkaar als volgt. De vennoten sub 1 en sub 2 gezamenlijk zullen 1/3 van de totale arbeidstijd van de vennoten invullen en de vennoten sub 3 en sub 4 gezamenlijk zullen 2/3 van de totale arbeidstijd van de vennoten invullen.
Deze verhoudingen zullen jaarlijks in overleg vastgesteld worden.
Artikel 8: Boekjaar, balans en winst- en verliesrekening
(…)
Lid 2: Na afloop van elk boekjaar, alsmede bij het einde van de vennootschap in de loop van enig boekjaar, worden de boeken van de vennootschap afgesloten en wordt een balans en winst- en verliesrekening (hierna de jaarrekening) opgemaakt. De vennoten tekenen deze ten bewijze van goedkeuring en van onderlinge décharge binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, of, ingeval de vennootschap eindigt, binnen drie maanden na het einde van de vennootschap.
(…)
Artikel 9: Berekening winst en verdeling
Lid 1: Ter berekening van de nettowinst worden van de bruto-inkomsten afgetrokken alle verliezen, bedrijfskosten, afschrijvingen, de arbeidsbeloning als bedoeld in artikel 9 lid 4a, en rentevergoedingen, daaronder begrepen die als bedoeld in artikel 5 lid 4.
(…)
Lid 4a: Aan ieder van de vennoten wordt een arbeidsbeloning toegekend. Bij de vaststelling van deze arbeidsbeloning wordt dezelfde verhouding toegepast als bedoeld in artikel 7 lid 2.
Lid 4b: In de nettowinsten, respectievelijk de nettoverliezen, berekend op grond van hetgeen eerder in dit artikel is bepaald, zullen de vennoten ieder voor vijfentwintig procent (25%) delen.
(…)
Artikel 12: Einde vennootschap
De vennootschap eindigt:
a. (…)
b. door opzegging door een van de vennoten, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3;
(…)
Artikel 13: Liquidatie
Lid 1: Indien de vennootschap eindigt door opzegging, dan wel in onderling overleg, zullen de zaken der vennootschap zo spoedig mogelijk door de vennoten worden geliquideerd, tenzij het bedrijf wordt voortgezet op de manier zoals hierna vermeld in artikel 14.
Lid 2: Bij het eindigen der vennootschap is ieder van de vennoten in het vermogen van de vennootschap gerechtigd, voor de bedragen waarvoor hij in de boeken der vennootschap is gecrediteerd, vermeerderd of verminderd met zijn aandeel in de winst of het verlies, gemaakt of geleden blijkens de overeenkomstig artikel 8 opgemaakte jaarrekening.
Lid 3: Op de na het eindigen der vennootschap op te maken balans zullen, tenzij schriftelijk onderling anders wordt overeengekomen, de activa worden gewaardeerd tegen de werkelijke waarde.
Lid 4: Van liquidatiewinst of het liquidatieverlies, casu quo de meerwaarde of de minderwaarde (één en ander indien van toepassing) zal door ieder der vennoten, met toepassing van de onder artikel 9 weergegeven winstverdeling, percentages worden genoten.
Artikel 14: Voortzetting, overname en verblijven
Lid 1: Indien de vennootschap eindigt bestaat een recht tot voortzetting van het bedrijf van de vennootschap en wel:
a.
In het geval als bedoeld in artikel 12 sub b voor de niet-opzeggende venno(o)t(en);
(…)
Lid 2: De venno(o)t(en) die aldus de zaken der vennootschap voortzet(ten), dient/dienen zijn/hun verlangen daartoe binnen drie maanden na het eindigen der vennootschap schriftelijk te kennen geven aan de andere venno(o)t(en) of diens rechtverkrijgenden, op straffe van verval van het recht.
Lid 3: Het recht van voortzetting houdt in om alleen of met anderen de activiteit met de handelsnaam van de vennootschap voort te zetten onder verplichting (tevens een recht) alle tot het vennootschapsvermogen behorende vermogensbestanddelen over te nemen, zich te laten toedelen of, wat de schulden betreft voor zijn rekening te nemen en aan de andere venno(o)t(en) of diens rechtsopvolger(s) in geld uit te keren de waarde van diens aandeel in dit vermogen.
(…)
Lid 7: De venno(o)t(en) die de zaken van de vennootschap voortzet(ten) (daaronder begrepen verblijven/overname) is dan verplicht tot uitkering aan de uittredende vennoot of diens rechtverkrijgenden van het bedrag dat aan deze toekomt, overeenkomstig het in artikel 13 bepaalde, blijkens de daar bedoelde jaarrekening.
(…)“
f. De accountant van de onderneming was drs. [accountant van de onderneming] AA (hierna: [accountant van de onderneming] ) en deze heeft de jaarrekeningen voorbereid voor de jaren 2009, 2010 en 2011 alsmede een conceptjaarrekening opgesteld voor 2012.
g. De jaarrekeningen voor de jaren 2009, 2010 en 2011 zijn door de vier vennoten voor akkoord ondertekend.
h. In de jaarrekening 2009 is met betrekking tot de winstverdeling opgenomen een berekening die begint met een arbeidsvergoeding voor de vier vennoten die in positieve cijfers is uitgedrukt (namelijk tweemaal € 3.000 voor [geintimeerden c.s.] en tweemaal € 6.000 voor [appellanten c.s.] ). Naast die arbeidsvergoeding is opgenomen een post rente en een post aandeel in de overwinst, waarna in 2009 voor elke vennoot een positief totaal resultaat is opgenomen.
i. In de jaarrekening 2010 is met betrekking tot de winstverdeling opgenomen een berekening die begint met een arbeidsvergoeding voor de vier vennoten die in negatieve cijfers is uitgedrukt (namelijk tweemaal een bedrag van - € 7.221 voor [geintimeerden c.s.] en tweemaal - € 14.442 voor [appellanten c.s.] ). Naast die negatieve arbeidsvergoeding is opgenomen een post rente en een post aandeel in de overwinst waarna in 2010 voor elke vennoot een negatief totaal resultaat is opgenomen.
j. In het jaar 2011 is dezelfde systematiek gevolgd als in het jaar 2010, met die aantekening dat daar is gewerkt met een in negatieve cijfers uitgedrukte arbeidsvergoeding maar waar het eindresultaat wel in positieve cijfers is uitgedrukt.
k. In het kader van de beëindiging van de v.o.f. hebben [appellanten c.s.] een andere accountant in de arm genomen, namelijk [accountant 2] AA (hierna: [accountant 2] ). [accountant 2] heeft in opdracht van [appellanten c.s.] ten behoeve van de afwikkeling van de beëindiging van de v.o.f. alternatieve berekeningen gemaakt.
4.2.1[appellanten c.s.] hebben in eerste aanleg gevorderd dat [geintimeerden c.s.] hoofdelijk zullen worden veroordeeld om aan [appellanten c.s.] te voldoen:
1. vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 maart 2013 tot de dag der algehele voldoening;
2. de proceskosten, te vermeerderen met de beslagkosten ad € 1.142,63 en de nakosten, en dit alles te vermeerderen met de wettelijke rente indien betaling binnen zeven dagen na het wijzen van het vonnis is uitgebleven.
4.2.2[geintimeerden c.s.] hebben in eerste aanleg in reconventie en na wijziging eis gevorderd dat [appellanten c.s.] zal worden veroordeeld om aan [geintimeerden c.s.] te betalen € 40.060,- en subsidiair € 51.654,- en meer subsidiair -indien en voor zover er sprake is van voortzetting van de v.o.f.- € 31.760,- vermeerderd met de wettelijke handelsrente vanaf 1 januari 2013, althans vanaf 14 dagen na betekening van het te wijzen vonnis tot de dag der algehele voldoening, met veroordeling van [appellanten c.s.] in de proceskosten te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na betekening van het te wijzen vonnis tot de dag der algehele voldoening.
4.2.3De rechtbank heeft beide vorderingen afgewezen.
4.3.1[appellanten c.s.] vorderen onder het voordragen van vier grieven vernietiging van het vonnis van 6 augustus 2014 en:
Primair:
hoofdelijke veroordeling van [geintimeerden c.s.] om aan [appellanten c.s.] te betalen € 119.752,-, althans € 70.069,-, althans € 46.472,-, althans een door het hof vast te stellen bedrag als eindkapitaal van [appellanten c.s.] in de v.o.f., (telkens) te vermeerderen met 9% rente vanaf 1 maart 2013 tot en met de dag der algehele voldoening;
Subsidiair:
vaststelling van de eindafrekening van de v.o.f.-overeenkomst tussen partijen en hoofdelijke veroordeling van [geintimeerden c.s.] om aan [appellanten c.s.] te voldoen het bedrag dat [appellanten c.s.] toekomt uit hoofde van die eindafrekening, te vermeerderen met 9% rente vanaf 1 maart 2013 tot en met de dag der algehele voldoening;
Primair en subsidiair:
hoofdelijke veroordeling van [geintimeerden c.s.] in de kosten van beide instanties, te vermeerderen met de beslagkosten ad € 1.142,63 en de nakosten van € 131,-, dit alles te vermeerderen met de wettelijke rente indien betaling binnen zeven dagen na het wijzen van het arrest is uitgebleven.
[geintimeerden c.s.] voeren verweer.
4.3.2[geintimeerden c.s.] vorderen onder het voordragen van vijf grieven en na wijziging van eis, vernietiging van het vonnis van 6 augustus 2014 en, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
Primair:
een verklaring voor recht dat sprake is van liquidatie van de v.o.f. uit hoofde waarvan [geintimeerden c.s.] van [appellanten c.s.] hebben te vorderen primair € 40.060,- uitgaande van een gelijke verdeling tussen alle vennoten, subsidiair € 51.654,- uitgaande van een winstverdeling op basis van de gewone bedrijfsvoering/arbeidsbeloning, meer subsidiair een bedrag dat het hof meent te moeten vaststellen;
hoofdelijke veroordeling van [appellanten c.s.] om aan [geintimeerden c.s.] te voldoen primair € 40.060,-, subsidiair € 51.654,- meer subsidiair een bedrag dat het hof meent te moeten vaststellen, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 1 januari 2013, althans vanaf 14 dagen na betekening van het te wijzen arrest tot de dag der algehele voldoening, met veroordeling van [appellanten c.s.] in de kosten van beide instanties;
Subsidiair:
een verklaring voor recht dat sprake is van voortzetting van de v.o.f. uit hoofde waarvan [geintimeerden c.s.] van [appellanten c.s.] te vorderen hebben € 31.760,- althans een bedrag zoals het hof meent te moeten vaststellen;
hoofdelijke veroordeling van [appellanten c.s.] om aan [geintimeerden c.s.] te voldoen primair € 31.760,- subsidiair een bedrag dat het hof meent te moeten vaststellen, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 1 januari 2013, althans vanaf 14 dagen na betekening van het te wijzen arrest (zoals het hof “vonnis” leest) tot de dag der algehele voldoening, met veroordeling van [appellanten c.s.] in de kosten van beide instanties;
Meer subsidiair:
vaststelling van de eindafrekening van de Overeenkomst tussen partijen en [appellanten c.s.] te veroordelen om aan [geintimeerden c.s.] te voldoen het bedrag dat [geintimeerden c.s.] toekomt uit hoofde van die eindafrekening, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 1 januari 2013, althans vanaf 14 dagen na betekening van het te wijzen arrest tot de dag der algehele voldoening, onder veroordeling van [appellanten c.s.] in de kosten van beide instanties.
[appellanten c.s.] voeren verweer.