In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van [geïntimeerde] B.V. voor schade die is ontstaan door een brand in de bedrijfsruimte van [appellante] V.O.F. De brand vond plaats op 1 april 2008 en heeft geleid tot aanzienlijke schade aan de bedrijfsloods van [geïntimeerde] en de bedrijfsruimte van [appellante]. [appellante] stelt dat de brand is ontstaan door een kortsluiting in de vrachtauto die door [geïntimeerde] B.V. in de bedrijfsruimte was geparkeerd. De rechtbank heeft in eerste aanleg geoordeeld dat niet bewezen is dat [geïntimeerde] B.V. gevaarzettend heeft gehandeld en heeft de vordering van [appellante] afgewezen. In hoger beroep heeft [appellante] haar vordering gewijzigd en stelt nu dat de vrachtauto op een onveilige manier is achtergelaten, wat heeft geleid tot de brand. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak opnieuw beoordeeld en geconcludeerd dat de brand niet is veroorzaakt door de wijze waarop de vrachtauto was achtergelaten. Het hof heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bekrachtigd en [appellante] veroordeeld in de kosten van het hoger beroep.