In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door appellanten tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Oost-Brabant. Appellanten, die een appartement hebben gekocht, stellen dat de ventilatie-installatie in hun woning niet voldoet aan de contractuele en bouwkundige eisen. De appellanten hebben een overeenkomst gesloten met de geïntimeerde, [projektontwikkeling] Projektontwikkeling B.V., voor de aankoop en bouw van het appartement. Na de installatie van de keuken en afzuigkap ontdekten appellanten dat de ventilatiepunten gebreken vertoonden. Ze hebben dit gemeld bij de geïntimeerde en een bouwkundig onderzoek laten uitvoeren, waaruit bleek dat de ventilatie-installatie niet voldeed aan de eisen. Appellanten vorderen schadevergoeding van de geïntimeerde, die in verzuim zou zijn geraakt door niet over te gaan tot herstel van de gebreken. De geïntimeerde betwist echter dat zij tekortgeschoten is in haar verplichtingen en stelt dat de installatie conform afspraak is aangebracht.
De kantonrechter heeft in eerste aanleg geoordeeld dat de ventilatiepunten conform de offerte zijn verplaatst en dat de capaciteit voldoet aan de eisen. De vorderingen van appellanten zijn afgewezen. In hoger beroep hebben appellanten vier grieven aangevoerd en geconcludeerd tot vernietiging van het vonnis en toewijzing van hun vorderingen. Het hof heeft besloten om een comparitie te gelasten om partijen de gelegenheid te geven om relevante stukken in het geding te brengen en om zich nader uit te laten over de inhoud van de garantievoorwaarden en de relevante publicaties. Tevens zal een descente plaatsvinden om de situatie ter plekke te bekijken. Het hof houdt elke verdere beslissing aan.