Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte]
Dit betroffen snijbewegingen.” (pagina 3 van het vonnis, vierde alinea) en
en een snijbeweging heeft gemaakt.” (pagina 4 van het vonnis, bovenaan).
meenemen, wat in de vorige rapportages na onderzoek leidde tot een gediagnosticeerde antisociale persoonlijkheidsstoornis waarvoor betrokkene behandeling behoeft.
Het hof heeft zich ambtshalve de vraag gesteld of de hierna te melden bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar moeten worden verklaard. Daarbij heeft het hof acht geslagen op de inhoud van het Uittreksel Justitiële Documentatie betreffende verdachte, alsmede op de rapportages van de deskundigen Neissen en Rutten met betrekking tot het recidiverisico als hiervoor weergegeven. Gelet hierop is het hof van oordeel dat er ernstig rekening mee gehouden moet worden dat de verdachte bij het achterwege blijven van een behandeling wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Het hof zal dan ook, mede gelet op het bepaalde in artikel 77x en 77za van het Wetboek van Strafrecht, bevelen dat de hierna op grond van art. 77z Sr te stellen voorwaarden en het op grond van art. 77aa Sr uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zullen zijn.
BESLISSING
610 (zeshonderdtien) dagen.
€ 9.484,60 (negenduizend vierhonderdvierentachtig euro en zestig cent) bestaande uit € 3.634,60 (drieduizend zeshonderdvierendertig euro en zestig cent) materiële schade en € 5.850,00 (vijfduizend achthonderdvijftig euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 9.484,60 (negenduizend vierhonderdvierentachtig euro en zestig cent) bestaande uit € 3.634,60 (drieduizend zeshonderdvierendertig euro en zestig cent) materiële schade en € 5.850,00 (vijfduizend achthonderdvijftig euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
30 (dertig) dagen jeugddetentie, met dien verstande dat de toepassing van die jeugddetentie de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.