zij op of omstreeks 11 november 2013 te Knegsel, gemeente Eersel, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig, daarmede rijdende over de weg, Veldhovenseweg, ter plaatse waar aan weerszijden van de rijbaan grasbermen waren gelegen, en/of ter plaatse waar gezien haar, verdachtes, rijrichting aan de rechter zijde van de grasberm een verplicht fiets-bromfietspad was gelegen, zich zodanig heeft gedragen dat een aan haar schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, door roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend, met het door haar, verdachte, bestuurde motorrijtuig te gaan rijden, na het gebruik van alcoholhoudende drank, en/of (vervolgens) het door haar bestuurde motorrijtuig niet voortdurend onder controle te houden, waardoor zij met het door haar bestuurde motorrijtuig in de rechter berm is geraakt, en/of vervolgens met het door haar bestuurde motorrijtuig over het aldaar gelegen fietspad is gereden op een moment dat zich daar een fietser bevond, waardoor, althans mede waardoor, een aanrijding is ontstaan met die fietser, en/of (vervolgens) met het door haar bestuurde motorrijtuig in een tuin is gereden en/of gegleden, in elk geval in een tuin is geraakt, en/of vervolgens tegen een in die tuin staande boom is gereden en/of gegleden, waardoor die fietser (genaamd [slachtoffer] ) werd gedood, terwijl zij verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8, eerste of tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994 (855 ugl), dan wel na het feit niet heeft voldaan aan een bevel gegeven krachtens artikel 163, tweede, zesde, achtste of negende lid van genoemde wet;
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
zij op of omstreeks 11 november 2013 te Knegsel, gemeente Eersel, als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee rijdende op de weg, de Veldhovenseweg, het door haar, bestuurde motorrijtuig niet voortdurend onder controle heeft gehouden, waardoor zij met het door haar bestuurde motorrijtuig in de rechter berm is geraakt, en/of vervolgens met het door haar bestuurde motorrijtuig over het aldaar gelegen fietspad is gereden op een moment dat zich daar een fietser bevond, waardoor, althans mede waardoor, een aanrijding is ontstaan met die fietser, en/of (vervolgens) met het door haar bestuurde motorrijtuig in een tuin is gereden en/of gegleden, in elk geval in een tuin is geraakt, en/of vervolgens tegen een in die tuin staande boom is gereden en/of gegleden, door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd.