ECLI:NL:GHSHE:2016:1526

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
19 april 2016
Publicatiedatum
20 april 2016
Zaaknummer
200.173.201_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenuitspraak en benoeming deskundige in civiele procedure met betrekking tot kostenbegroting

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een hoger beroep van een eerdere uitspraak van de kantonrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De zaak is gestart door [appellante], vertegenwoordigd door mr. M. Ras, tegen de maatschap [Advocaten], vertegenwoordigd door mr. P.A. de Lange. De procedure is voortgekomen uit een geschil over de kosten die door [Advocaten] zijn gemaakt in de zaken van [appellante]. Het hof heeft in een tussenarrest van 8 maart 2016 de partijen in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de benoeming van een deskundige. Beide partijen hebben ingestemd met het voorstel om een deskundige te benoemen, en het hof heeft mevr. mr. N.A.M. Sinjorgo aangewezen om de kosten te begroten.

In het arrest van 19 april 2016 heeft het hof de deskundige belast met het begroten van het aantal uren en de overige kosten die door [Advocaten] zijn gemaakt. Het hof heeft bepaald dat het voorschot op de kosten van de deskundige door [Advocaten] moet worden gedragen. De deskundige moet haar bevindingen binnen drie maanden na de start van het onderzoek aan het hof rapporteren. Het hof heeft verder de rol van de zaak bepaald op 6 september 2016, in afwachting van het deskundigenbericht. Het arrest is openbaar uitgesproken door de rolraadsheer en is ondertekend door de rechters.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht
zaaknummer 200.173.201/01
arrest van 19 april 2016
in de zaak van
[appellante],
wonende te [woonplaats] ,
appellant,
verder te noemen: [appellante] ,
advocaat: mr. M. Ras te Almere,
tegen

1.de maatschap [Advocaten] Advocaten,gevestigd te [vestigingsplaats] ,

verder te noemen: [Advocaten] ,
2.
[maat 1] ,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
3.
[maat 2] ,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
geïntimeerden,
advocaat: mr. P.A. de Lange te Barendrecht,
als vervolg op het door het hof gewezen tussenarrest van 8 maart 2016 in het hoger beroep van het door de kantonrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, onder zaaknummer 765250/CV EXPL 13-1245 gewezen vonnis van 28 augustus 2013.

4.Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenarrest van 8 maart 2016;
  • de akte van [appellante] van 29 maart 2016;
  • de akte van [Advocaten] van 29 maart 2016.
Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald.

5.De verdere beoordeling

5.1.
Bij genoemd tussenarrest is de zaak naar de rol verwezen opdat beide partijen zich konden uitlaten over de benoeming van een deskundige.
Het hof volhardt bij hetgeen werd overwogen en beslist in het tussenarrest.
5.2.
Beide partijen hebben zich gerefereerd aan het voorstel om een deskundige te benoemen.
5.3.
Het hof ziet aanleiding om, nu beide partijen daarmee instemmen, de voorgestelde deskundige mevr. mr. N.A.M. Sinjorgo te belasten met de begroting van het aantal door [Advocaten] aan de zaken van [appellante] bestede uren en de overige kosten. Daarbij kan aansluiting worden gezocht bij de wijze van begroting zoals dat voor de wetswijziging van 1 januari 2015 gebruikelijk plaatsvond.
5.4.
Het voorschot op de kosten van de deskundige zal op grond van artikel 195 Rv voorshands gedragen moeten worden door [Advocaten] als oorspronkelijk eiseres.
5.5.
Iedere verdere beslissing, ook die over de draagplicht voor de deskundigenkosten, wordt aangehouden.

6.De uitspraak

Het hof:
6.1.
bepaalt dat de deskundige het aantal door [Advocaten] in de zaken van [appellante] bestede uren en de overige kosten zal begroten;
6.2.
benoemt tot deskundige ter beantwoording van deze vraag/vragen:
mevr. mr. N.A.M. Sinjorgo
adres: [adres] , [postcode] [kantoorplaats]
telefoon: [netnummer en telefoonnummer]
email: [email-adres] ;
6.3.
bepaalt dat de griffier van dit hof een afschrift van dit arrest aan de deskundige toezendt;
bepaalt dat [Advocaten] binnen één week na de datum van dit arrest (een afschrift van) de verdere processtukken (van deze procedure, zowel in eerste aanleg als in hoger beroep, als de dossiers in de te begroten zaken) aan de deskundige ter beschikking zal stellen en dat partijen alle door de deskundige gewenste inlichtingen zullen verstrekken;
6.4.
bepaalt dat de deskundige eerst met het onderzoek begint nadat daartoe van de griffier bericht is ontvangen;
bepaalt dat de deskundige bij het onderzoek –
en ten aanzien van de conceptrapportage– partijen in de gelegenheid stelt opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat uit het schriftelijk bericht van de deskundige moet blijken of aan dit voorschrift is voldaan, terwijl in het bericht tevens melding wordt gemaakt van de inhoud van zodanige opmerkingen en verzoeken;
verzoekt de deskundige een schriftelijk en met redenen omkleed bericht, met een duidelijke conclusie, in te leveren ter griffie van dit hof en tegelijkertijd een afschrift van het bericht aan de advocaten van partijen toe te zenden;
bepaalt de termijn waarbinnen het schriftelijk, ondertekend bericht ter griffie van dit hof (postbus 70583, 5201 CZ 's-Hertogenbosch) moet worden ingeleverd op drie maanden nadat door de griffier is bericht dat met het onderzoek kan worden begonnen;
6.5.
bepaalt het voorschot op de kosten van de deskundige op het door de deskundige begrote bedrag van € 2.057,-, inclusief 21% btw (bij een tijdsbesteding van maximaal 20 uur à € 85,- per uur exclusief btw), tenzij (één van) partijen binnen veertien dagen na deze uitspraak
bij brief aan de griffier van dit hofmet afschrift aan de wederpartij (die binnen twee dagen hierop kan reageren bij brief aan de griffier van dit hof met afschrift aan de wederpartij)tegen de hoogte van het voorschot bezwaar heeft/hebben gemaakt, in welk geval het hof op het bezwaar/de bezwaren zal beslissen en de hoogte van het voorschot zal bepalen;
bepaalt dat [Advocaten] genoemd voorschot zal overmaken na ontvangst van de nota met betaalinstructies die door het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak zal worden verzonden;
verzoekt de deskundige, indien haar kosten het voorschot te boven mochten gaan, het hof daarover tijdig in te lichten;
6.6.
benoemt mr. W.H.B. den Hartog Jager tot raadsheer-commissaris, tot wie de deskundige zich, door tussenkomst van de griffier dient te wenden met (procedurele) vragen en verzoeken indien het onderzoek daartoe aanleiding geeft;
6.7.
verwijst de zaak naar de
rol van 6 september 2016in afwachting van het deskundigenbericht;
verstaat dat de zaak na ontvangst van het deskundigenbericht naar de rol wordt verwezen voor memorie na deskundigenbericht aan de zijde van [Advocaten] ;
6.8.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. W.H.B. den Hartog Jager, Y.L.L.A.M. Delfos-Roy en D.A.E.M. Hulskes en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 19 april 2016.
griffier rolraadsheer