4.1[appellant] bestrijdt met zijn grieven geen van de door de rechtbank vastgestelde feiten, zodat het hof daarvan uitgaat. Als erkend dan wel onvoldoende gemotiveerd betwist staan nog enkele feiten vast. Het hof geeft hierna een opsomming van de vaststaande feiten, voor zover relevant.
a. [appellant] is sedert 30 november 2007 eigenaar en opvolgend verhuurder van het kantorencomplex bestaande uit drie kantoorgebouwen en gelegen aan aan de [adres 1] (blok 5), aan de [adres 2] (blok 4) en aan de [adres 3] (in between), alle te [woonplaats] , hierna ook aangeduid als “de panden”.
b. Blok 5 is verhuurd geweest aan Daimler en Mercedes en blok 4 en de zogenoemde ‘In Between’ aan Mercedes.
c. In oktober 2007 is een nieuwe overeenkomst gesloten, een zogenoemde ‘Letter of Intent’ (LOI) waarbij een groot aantal huurvoorwaarden en de huurprijzen opnieuw tot stand zijn gekomen. Daarbij zijn de einddata van de huurovereenkomsten voor blok 4 en blok 5 gesteld op 31 mei 2012.
d. Bij de LOI is verder overeengekomen dat opzegging van de respectieve huurovereenkomsten kan plaatsvinden door opzegging met inachtneming van een opzegtermijn van (minimaal) een jaar en is bepaald dat de huurovereenkomsten bij gebreke van een tijdige opzegging zullen worden voortgezet voor een periode van vijf jaar.
e. Op 4 januari 2010 stuurt mr. Van der Salm als gemachtigde van Mercedes een brief aan [appellant] (productie 12 dagvaarding in eerste aanleg) waarin wordt gesteld dat de evaluatie van de servicekosten gestaag vordert en dat naar aanleiding van het arrest van het hof d.d. 22 december 2009 nog contact wordt opgenomen door Mercedes met de bank om de bankgaranties in orde te maken.
f. Op 19 januari 2010 is een gesprek gevoerd tussen [appellant] en de CEO en de CFO van Mercedes. Daarbij zijn wederom de bankgaranties besproken en is [appellant] een model van een zogenoemde ‘Mietausfallbürgschaft’ overhandigd. [appellant] heeft een door hem zelf opgemaakt verslag van deze bespreking overgelegd (productie 12 bij brief van [appellant] aan de Rechtbank Limburg van 24 juni 2013). In dit verslag staat onder meer dat de CEO van Mercedes tegen hem heeft verteld dat Mercedes pas 10 jaar hier zit (bedoeld is in het gebouw van [appellant] ) en nog vele jaren hier zal blijven.
De bij memorie van antwoord als productie 17 overgelegde productie is een door de heer [CFO] , CFO van Mercedes, opgemaakt verslag. Dit verslag houdt onder meer in:
“Vervolgens vindt er op 19 januari 2010 een vierde gesprek plaats waarbij Dhr. [appellant] , Dhr. [CEO] en Dhr. [CFO] aanwezig zijn. Voor een samenvatting van de inhoud van het gesprek verwijs ik naar bijlage 1(noot hof: deze bij die productie 17 gevoegde bijlage is een korte samenvatting van het gesprek van 19 januari 2010, opgemaakt door [CFO] en per e-mail verzonden aan mr. Van der Salm
). Besproken is of er eventuele interesse is om de derde verdieping terug te huren. Na aangegeven te hebben dat er geen interesse is, wordt er over de bankgaranties gesproken. Ook hier bestaat geen consensus over, waarnaar Dhr. [appellant] het voorstel doet om het te laten rusten indien we de derde verdieping zouden terug huren. Hier wordt wederom niet op ingegaan en die discussie komt zo tot een eind. Verder wordt er over de servicekosten gesproken, waar onduidelijkheden oer waren en nog steeds zijn.”
g. Op 4 juni 2010 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen [appellant] , de CEO en de CFO van Mercedes en mr. Van der Salm. Daarbij zijn wederom de te stellen bankgaranties aan de orde geweest. In zijn pleitnota voor de comparitie van 2 juli 2013 stelt [appellant] dat in het onderhoud van 4 juni 2010 is gesproken over de ‘terughuur’ van de derde verdieping van blok 4 vanwege de behoefte bij Mercedes aan extra ruimte voor personeel en het voornemen om ook personeel van vestigingen in [vestigingsplaats 3] en [vestigingsplaats 4] naar [woonplaats] over te hevelen. Volgens [appellant] stelde de CEO voor om in oktober 2010 een en ander met hem af te ronden.
h. Bij brief van 7 juni 2010 aan zijn toenmalige gemachtigde mr. Van Tongeren (productie 13 bij de brief van [appellant] aan de Rechtbank Limburg van 24 juni 2013) schrijft [appellant] onder meer dat gelet op de toezegging van Mercedes de huurrelatie te willen uitbreiden op basis van de eerder toegezegde voortzetting ervan per 2012, hij Van Tongeren verzoekt definitief af te zien van de betekening van het arrest van het hof en de invordering van de boetes.
i. Bij brief van de CFO van Mercedes aan [appellant] van 15 juni 2010 (productie 14 bij de brief van [appellant] aan de Rechtbank Limburg van 24 juni 2013) wordt de afspraak bevestigd dat een volgende bespreking zal plaatsvinden op 20 oktober 2010.
j. Bij (fax)brief van 3 juli 2010 (een bijlage bij productie 20 bij de brief van [appellant] aan de Rechtbank Limburg van 17 mei 2013) schrijft [appellant] aan Mercedes dat Mercedes de toezegging heeft gedaan gebruik te zullen maken van de vijf jaars-optie zoals omschreven in de LOI en dat op 20 oktober 2010 verder wordt gesproken over de terug huur van de derde verdieping en de 20 parkeerplaatsen. Op de comparitie van 24 mei 2013 betwist mr. Van der Salm dat deze brief aan Mercedes is verzonden, althans zijn cliënten kenden de brief niet.
k. Bij brief van 24 augustus 2010 van de CFO van Mercedes aan [appellant] wordt de afspraak van 20 oktober 2010 afgezegd en wordt voorgesteld de bespreking op 28 oktober 2010 te laten plaatsvinden (een bijlage bij productie 20 bij de brief van [appellant] aan de Rechtbank Limburg van 17 mei 2013).
l. Bij brief van 1 oktober 2010 van Mercedes aan [appellant] (productie 6 dagvaarding in eerste aanleg) laat Mercedes weten, voor zover van belang:
“With regards to our meeting intended on the 28th of October 2010 we hereby would like to inform you that the necessity of having this meeting is no longer required.
It was recently decided that Daimler Real Estate (DRE) will take over all future handling discussions and negotiations concerning the rental of the building which we are currently using.
Additionally, Daimler Real Estate (DRE) also communicated that they have engaged the real estate agency [Real Estate Agency] ( [Real Estate Agency] ) with regards to the renewal of our lease contracts which are due 2012.
Therefore we hereby would like to inform you that you will directly be contacted by [Real Estate Agency] in order tot discuss all relevant lease issues.”
De brief is ondertekend door [CEO] , de managing director (CEO) en [CFO] , de chief financial officer (CFO) van Mercedes.
De door [appellant] overgelegde vertaling (productie 1 bij de brief van [appellant] aan de Rechtbank Limburg van 24 juni 2013) luidt als volgt:
“Met betrekking tot ons onderhoud op 28 oktober 2010 willen wij u laten weten dat deze bespreking niet langer nodig is.
Onlangs is besloten dat Daimler Real Estate (DRE) alle afhandeling, besprekingen en onderhandelingen overneemt ten aanzien van de huur van het gebouw waarvan wij momenteel gebruikmaken.
Bovendien heeft Daimler Real Estate (DRE) laten weten dat zij vastgoedbureau [Real Estate Agency] ( [Real Estate Agency] ) heeft ingeschakeld met betrekking tot de verlenging van onze huurcontracten die in 2012 aflopen.
U zult dan ook rechtstreeks door [Real Estate Agency] ( [Real Estate Agency] ) worden benaderd om alle relevante punten rond het huurcontract te bespreken.”
m. Bij aangetekend verzonden brief van 22 maart 2011 (productie 9 dagvaarding in eerste aanleg), op briefpapier van [Advocaten] Advocaten N.V., gericht aan [appellant] , is het volgende medegedeeld:
“Geachte heer [appellant] ,
Inzake: opzegging huurovereenkomsten met betrekking tot [adres 1] (blok V), [adres 2] (blok 4) en [adres 3] (“in between”); ons dossier: HS/SM 23.659/10;
Tot mij hebben zich gewend Daimler AG, in de stukken ook genoemd Daimler-Benz AG of
Daimler-Chrysler AG te [vestigingsplaats 2] alsmede Mercedes-Benz Customer Assistance Center [woonplaats] N.V. te [woonplaats] ter zake van het navolgende.
Cliënten zijn krachtens de totstandkoming van een drietal huurovereenkomsten, huurder
geworden van de betreffende kantoorruimten in de gehuurde panden zoals hierboven genoemd.
Bij overeenkomst van 5/25 oktober 2007 is tussen clienten en uw rechtsvoorganger DG Anlage GmbH vastgelegd dat de huurovereenkomsten voor de blokken IV en V de einddatum hebben van 31 mei 2012, de gelijke einddatum als voorzien in de huurovereenkomst met betrekking tot het “in between”-gebouw aan [adres 3] te [woonplaats] .
Clienten wensen tot beëindiging van de drie huurovereenkomsten te geraken en daartoe zeggen zij bij deze brief aan u als eigenaar/verhuurder de huur op tegen de einddatum van 31 mei 2012, met aankondiging dat clienten de gehuurde ruimten uiterlijk per genoemde datum van 31 mei 2012 zullen hebben ontruimd.
Vooralsnog is aannemelijk dat de ontruiming eerder dan genoemde datum zal plaatsvinden. Te gelener tijd zal nog nader met u contact worden opgenomen over verdere afwikkeling van deze huuropzegging.”
Ter zekerstelling dat deze huuropzegging u bereikt, zal deze door de deurwaarder aan u worden betekend.
Met vriendelijke groet,
[Advocaten] Advocaten NV,
H.J.J. van der Salm”(noot hof: met handtekening
)
Deze brief van 22 maart 2011 is bij deurwaardersexploot van 23 maart 2011 aan [appellant] betekend (zie onder meer het arrest van dit hof van 16 oktober 2012, r.o. 4.1 sub e (productie 2 bij conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie).
n. Mercedes c.s. hebben de panden voor 31 mei 2012 ontruimd (nr. 4 memorie van antwoord).
4.2.1[appellant] heeft in eerste aanleg bij dagvaarding d.d. 23 november 2012 gevorderd dat de kantonrechter:
1. voor recht verklaart dat op grond van de rechtsongeldige huuropzegging van 22 maart 2011 de huurovereenkomsten d.d. 30 oktober 1997, d.d. 25 oktober 2001 en d.d. 3 mei 2002 tussen [appellant] en Mercedes c.s. inzake het gehuurde kantorencomplex aan de [adres 1] (blok 5), aan de [adres 2] (blok 4) en aan de [adres 3] (in between) alle te [woonplaats] als op dezelfde wijze voortgezet hebben te gelden en dat de opzegging in de brief d.d. 22 maart 2012 (hof: bedoeld zal zijn: 2011) zonder enig rechtsgevolg is gebleven en Mercedes c.s. gehouden zijn onverminderd de verplichtingen uit de 3 huurovereenkomsten na te komen;
2. voor recht verklaart dat de door de rechtsongeldige opzegging van de huurovereenkomsten van 30 oktober 1997, 25 oktober 2001 en 3 mei 2002 tussen [appellant] en Mercedes c.s., de huurders Mercedes c.s. toerekenbaar tekort zijn geschoten in nakoming van de uit die huurovereenkomsten voortvloeiende verplichtingen;
3. voor recht verklaart dat Mercedes c.s. door hun verplichtingen uit hoofde van de huurovereenkomsten niet na te komen, niet hebben gehandeld zoals een goed huurder betaamt;
4. Mercedes c.s. hoofdelijk gebiedt de genoemde huurovereenkomsten van 30 oktober 1997, 25 oktober 2001 en 3 mei 2002 voort te zetten zulks tot minimaal 31 mei 2017 en alle daaruit voortvloeiende verplichtingen vanaf 1 juni 2012 onverkort en integraal na te komen zulks op verbeurte van een dwangsom van € 250.000,- per overtreding en van € 10.000,- per dag voor iedere dag (zonder maximum) dat 2 maanden na het vonnis deze overtreding voortduurt;
5. Mercedes c.s. hoofdelijk gebiedt de gehuurde gebouwen aan de [adres 1] (blok 5), aan de [adres 2] (blok 4) en aan de [adres 3] (in between) alle te [woonplaats] wederom zelf in gebruik te nemen binnen 6 weken na het te wijzen vonnis en daarna ook zelf feitelijk in gebruik te blijven houden geheel overeenkomstig de in de betreffende huurovereenkomsten bepaalde bestemmingen, zulks op verbeurte na die 6 weken van een dwangsom van € 250.000,- per overtreding en van € 10.000,- per dag voor iedere dag (zonder maximum) dat deze overtreding van het in deze zaak te wijzen vonnis voortduurt;
6. het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaart;
7. Mercedes c.s. veroordeelt in de kosten van het geding waaronder begrepen de proceskosten en de nakosten.
4.2.2Mercedes c.s. hebben in reconventie gevorderd een verklaring voor recht dat zij de tot 31 mei 2012 geldende huurovereenkomsten met betrekking tot de drie kantoorgebouwen aan de [adres 1] , aan de [adres 2] en het in between gebouw aan de [adres 3] alle te [woonplaats] , op 22 respectievelijk op 23 maart 2011 rechtsgeldig hebben opgezegd, althans rechtsgeldig hebben doen opzeggen, met veroordeling van [appellant] in de kosten van de procedure in conventie en reconventie.
4.2.3De kantonrechter heeft geoordeeld dat mr. Van der Salm krachtens geldige volmacht van Mercedes c.s. de huurovereenkomsten heeft opgezegd bij de brief van 22 maart 2011. Die opzegging is rechtsgeldig geoordeeld door de kantonrechter, op grond waarvan hij de vordering in conventie heeft afgewezen en de vordering in reconventie heeft toegewezen, met veroordeling van [appellant] , uitvoerbaar bij voorraad, in de kosten van de procedure in conventie en reconventie.