ECLI:NL:GHSHE:2016:1415

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
24 maart 2016
Publicatiedatum
12 april 2016
Zaaknummer
20-001293-15
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van de vervolging van een verdachte met ernstige hersenschade als gevolg van een kogelverwonding

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 24 maart 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De verdachte, geboren in 1963, had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak. De zaak betreft een tenlastelegging van het opzettelijk zich wederrechtelijk toe-eigenen van goederen, in dit geval 600 schroefstempels en 12 opbergrekken, die toebehoren aan een ander. Tijdens de zitting in hoger beroep is er aandacht besteed aan de geestelijke toestand van de verdachte, die als gevolg van een kogelverwonding aanzienlijke schade aan de frontale hersenen heeft opgelopen. Dit heeft geleid tot forse cognitieve beperkingen, waardoor de verdachte niet in staat is de strekking van de tegen hem ingestelde vervolging te begrijpen. Zowel de advocaat-generaal als de verdediging hebben gepleit voor schorsing van de vervolging, wat het hof heeft toegejuicht. Het hof heeft geoordeeld dat er sprake is van een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens, zoals bedoeld in artikel 16, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering. Hierdoor heeft het hof besloten de vervolging van de verdachte te schorsen. De beslissing op de vordering van de benadeelde partij is niet aan de orde gekomen, gezien de schorsing van de vervolging.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer : 20-001293-15
Uitspraak : 24 maart 2016
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 18 maart 2015 in de strafzaak met parketnummer 02-175695-14 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1963 ,
wonende te [woonplaats] .
Hoger beroep
De verdachte heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep alsmede op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de vervolging van verdachte zal schorsen.
Ook namens verdachte is bepleit dat het hof diens vervolging zal schorsen.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 2 mei 2013 tot en met 24 oktober 2013 te Oosterhout en/of Opijnen en/of elders in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk 600 schroefstempels en/of 12 opbergrekken, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk(e) goed(eren) verdachte en/of zijn mededader(s) anders dan door misdrijf, te weten als huurder, onder zich had(den), wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.
Schorsing van de vervolging
Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de raadsman een e-mailbericht van 5 november 2015 van [gedragsneuroloog] betreffende verdachte overgelegd. Daarin wordt aangegeven dat bij bestudering van de CT’s blijkt dat er sprake is van uitgebreide schade in de frontale hersenen beiderzijds als gevolg van een kogelverwonding. Deze schade verklaart een belangrijk deel van de forse cognitieve beperkingen van verdachte.
Het hof is, gelet op het verhandelde ter terechtzitting en de door de raadsman van verdachte overgelegde stukken, met de advocaat-generaal en de verdediging van oordeel dat bij verdachte sprake is van een zodanige gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering, dat hij niet in staat is de strekking van de tegen hem ingestelde vervolging te begrijpen. Het hof zal dan ook de vervolging van de verdachte schorsen in de stand waarin zij zich thans bevindt.
Vordering van de benadeelde partij
Gelet op het vorenoverwogene komt het hof niet toe aan een beslissing op de vordering van de [benadeelde partij] .

BESLISSING

Het hof:
Schorst de vervolging van de verdachte.
Aldus gewezen door
mr. E.A.A.M. Pfeil, voorzitter,
mr. R.C.A.M. Philippart en mr. R.M. Peters, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. drs. T. Kraniotis, griffier,
en op 24 maart 2016 ter openbare terechtzitting uitgesproken.