Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaaknr. 3528189 CV EXPL 14-9259)
2.Het verloop van het geding in hoger beroep
- het voornoemde dagvaardingsexploot met grieven;
- de conclusie van eis;
- de memorie van antwoord van [geïntimeerde] .
3.De beoordeling
5.2 Huurder dient zelf zorg te dragen voor de door de nutsbedrijven te leveren diensten (zoals gas, elektra en water).”
HUURBEËINDIGINGSOVEREENKOMST(…)
Huurder wenst in verband met de verkoop en goodwill en inventaris aan de heer [betrokkene] de huurovereenkomst met betrekking tot na te noemen horecabedrijfsruimte(het hof begrijpt: te)
beëindigen;
Verhuurder kan daarmee onder na te noemen voorwaarden (…) instemmen;
algehelekwijting of finale kwijting ten aanzien van
hun volledige huurverhoudingo.i.d. dan wel dat
alletussen partijen bestaande of mogelijke vorderingen daaronder vallen. Zeker voor zover [appellante] betoogt dat het voor haar belangrijk was dat de huurbeëindigingsovereenkomst niet alleen de bestaande en toekomstige huurverhouding zelf maar tevens iedere mogelijke bijkomende of daarmee samenhangende vordering zou omvatten zodat partijen daarna “
geheel van elkaar af waren”, had het voor de hand gelegen dit in de tekst van het kwijtingsbeding tot uiting te laten komen of dat ten minste in de onderhandelingen te bespreken of verduidelijken. In het licht van de gerechtvaardigde belangen van [geïntimeerde] , gold dit nog te meer voor de destijds tussen partijen niet in geschil zijnde vordering die [geïntimeerde] al had op basis van de bijkomende afspraak over voor andere huurders betaalde energiekosten. Nu dit uit de tekst van het kwijtingsbeding niet zonder meer volgt en de bijkomende afspraak over voor andere huurders betaalde energiekosten in de onderhandelingen ook niet als zodanig aan de orde is geweest, komt het hof –net als de kantonrechter- tot het oordeel dat de aan [geïntimeerde] toekomende vordering vanwege de voor andere huurders betaalde energiekosten geen onderdeel uitmaakt van de huurbeëindigingsovereenkomst en niet valt onder het kwijtingsbeding.