4.1Het hof gaat uit van de volgende feiten.
a. Op 30 december 2011 is tussen [appellant] en V.C.N. Verzekerings Combinatie Nederland B.V. (hierna te noemen VCN) een verzekeringsovereenkomst met polisnummer [polisnummer] tot stand gekomen. De verzekering heeft onder meer betrekking op een inboedel en woonhuis van [appellant] . [appellant] heeft uit hoofde van de verzekeringsovereenkomst de verplichting jaarlijks een premie van € 626,62 te voldoen. Een van de voorwaarden in de verzekeringsovereenkomst is dat de verzekering kan worden beëindigd indien de premie niet uiterlijk drie maanden na de factuurdatum is voldaan. De verzekeringsovereenkomst is tot stand gekomen door bemiddeling van DG Verzekeringen.
b. [appellant] heeft een aanvraagformulier voor de verzekering ingevuld. Op de vraag “
Is u of een andere belanghebbende bij een van deze verzekeringen in de afgelopen acht jaar een verzekering geweigerd of opgezegd of zijn er andere bijzondere voorwaarden of extra premies gesteld?”, heeft [appellant] geantwoord: “
Royement, wanbetaling ± ¾ jaar geleden”.
c. VCN heeft op 14 januari 2012 aan [appellant] een factuur voor de verschuldigde premie gestuurd. [appellant] heeft vervolgens contact opgenomen met DG Verzekeringen, omdat hij niet in staat was om het factuurbedrag ineens te voldoen. Op 10 februari 2012 heeft [appellant] contant aan DG Verzekeringen betaald € 318,31, zijnde de helft van de verschuldigde premie vermeerderd met € 5,- kosten (productie 2 dagvaarding eerste aanleg). Op 1 maart 2012 heeft DG Verzekeringen € 313,31 betaald aan VCN (productie 7 conclusie van antwoord).
d. Op 5 april 2012 heeft [appellant] het tweede gedeelte van de verzekeringspremie ad € 318,31 contant voldaan aan DG Verzekeringen. VCN heeft op 17 april 2012 de verzekeringsovereenkomst beëindigd wegens het niet tijdig voldoen van de verschuldigde premie. Op 4 mei 2012 heeft DG Verzekeringen de tweede deelbetaling aan VCN voldaan.
e. Op 12 mei 2012 ontstaat waterschade in de woning van [appellant] . [appellant] heeft op 14 mei 2012 aan VCN melding gemaakt van deze schade. In opdracht van DG Verzekeringen is de schade begroot op een bedrag van € 74.821,-.
f. Op 26 juni 2012 heeft VCN geweigerd de schade aan [appellant] te vergoeden, omdat de schade was ontstaan nadat VCN de verzekeringsovereenkomst had beëindigd. De klachtencommissie van VCN heeft op 9 juli 2012 aan DG Verzekeringen onder meer als volgt bericht:
“Uw relatie heeft op 14 januari 2012 van VCN een factuur ontvangen voor het pakket [polisnummer] ter grootte van EUR 626,62. Ondanks herhaalde herinneringen (op 31 januari en 14 februari) is deze premie niet op tijd (binnen 30 dagen) betaald. In maart ontvangt VCN een betaling van uw kantoor voor de helft van de openstaande premie. Omdat niet direct duidelijk was op welke relatie deze betaling betrekking had en bovendien niet de volledige premie was betaald maar slechts de helft, is het pakket op 17 april 2012 geroyeerd, waarvan een royements-polis is opgemaakt en verzonden.”
g. Bij vonnis van 25 februari 2014 is DG Verzekeringen in staat van faillissement verklaard, met benoeming van mr. Sijben als curator.