In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 22 maart 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over een geschil tussen Enexis B.V. en een geïntimeerde, die niet verschenen was. De zaak betreft de onrechtmatige afname van elektriciteit door de geïntimeerde voor een hennepkwekerij die in zijn loods was aangetroffen. Enexis had in eerste aanleg een vordering ingesteld tot schadevergoeding op basis van wanprestatie en onrechtmatige daad, maar de kantonrechter had deze vordering afgewezen. Enexis heeft in hoger beroep zeven grieven aangevoerd, waarbij zij stelde dat de geïntimeerde op de hoogte was van de illegale elektriciteitsafname.
Het hof heeft vastgesteld dat de geïntimeerde verantwoordelijk was voor de illegale afname van elektriciteit, omdat hij de ruimte ter beschikking had gesteld voor de hennepkwekerij en op de hoogte was van de illegale aansluiting. Het hof heeft de verklaringen van de geïntimeerde, die in eerste instantie ontkende dat er een hennepkwekerij was, als ongeloofwaardig beoordeeld. De getuigenverklaringen van de politie en de fraude-inspecteur van Enexis gaven aan dat de geïntimeerde wist van de illegale afname van elektriciteit.
Uiteindelijk heeft het hof de vordering van Enexis toegewezen en de geïntimeerde veroordeeld tot betaling van € 7.035,69, vermeerderd met wettelijke rente, en in de proceskosten van beide instanties. Het hof heeft het vonnis van de kantonrechter vernietigd en de zaak opnieuw beoordeeld, waarbij het hof de aansprakelijkheid van de geïntimeerde heeft vastgesteld op basis van onrechtmatige daad.