4.1De rechtbank heeft in het bestreden vonnis van 7 november 2012 feiten vastgesteld. Het hof zal van die niet bestreden feiten, voor zover relevant, uitgaan. Verder staan als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende betwist nog enige feiten vast. Het hof zal hierna een overzicht geven van de vaststaande feiten.
a. [appellant] is enig aandeelhouder en bestuurder van Assurantiekantoor [Assurantiekantoor] B.V. (hierna: [Assurantiekantoor] B.V.) en [Holding] B.V.
b. In verband met de overname door [appellant] via zijn holding [Holding] B.V. van de aandelen in [Assurantiekantoor] B.V. is op 25 januari 2006 een geldleningsovereenkomst (hierna de geldleningsovereenkomst) gesloten (productie 1 dagvaarding in eerste aanleg). Deze houdt in, voor zover van belang:
“(…) De ondergetekenden
(…) [Assurantiekantoor] B.V. (…)
en
(…) [Holding] B.V. (…)
en
(…) [appellant] (…) in privé allen als hoofdelijke medeschuldenaren hierna zowel te zamen als ieder afzonderlijk te noemen de debiteur,
en
(…) B.V. Algemene Beleggingsmaatschappij Reigerdaal (…)
(…) ING Verzekeringen N.V. (…)
(…) Nationale-Nederlanden Levenverzekering Maatschappij N.V. (…)
(…) Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V. (…)
(…) Nationale-Nederlanden Zorgverzekering N.V. (…)
genoemde vennootschappen hierna ook te noemen “de creditrice”,
verklaren te zijn overeengekomen als volgt:
1. De creditrice verstrekt bij ondertekening van deze akte onder beding van hoofdelijke gebondenheid ter leen aan de debiteur een bedrag van € 325.000,00 (...) welk bedrag de debiteur van de creditrice in leen aanneemt en deswege erkent hoofdelijk schuldig te zijn aan creditrice.(…)10. De debiteur verbindt zich jegens de creditrice het saldo van zijn bij ING Verzekeringen, onder nummer [nummer] lopende rekening te allen tijde stipt volgens de daarvoor geldende regels te zullen afrekenen. Indien een saldo in enige maand niet geheel volgens de aan de debiteur bekende daarvoor geldende regels zal zijn afgerekend, verplicht de debiteur zich eigener beweging een specificatie – voorzien van de nodige toelichting – aan ING Verzekeringen te verstrekken.11. De debiteur geeft tot zekerheid voor de prompte voldoening van het verschuldigde in de zin van de hierna te noemen Algemene Voorwaarden aan de creditrice recht van eerste pand op alle rechten op en voortvloeiende uit alle verzekeringsportefeuilles (…)
18. Tot meerdere zekerheid van de richtige nakoming van zijn verplichtingen jegens de creditrice van welke aard dan ook, verleent de debiteur aan de creditrice het recht van tweede hypotheek tot een bedrag van € 54.600,00 (...) op het te zijnen name staande onroerend goed, gelegen aan de [adres] nummer [huisnummer] te [plaats] (…).19. Onverminderd het bepaalde in artikel 17 van Algemene Voorwaarden zal de creditrice gerechtigd zijn het daarvan nog niet afgeloste gedeelte, onmiddellijk en zonder inachtneming van enige termijn, aanmaning of ingebrekestelling op te vorderen, met rente en kosten, indiena. de debiteur nalatig is in de nakoming van of in strijd handelt met enige bij deze overeenkomst aangegane verplichting (…).”
c. Bij het aangaan van de overeenkomst van geldlening is een eerste pandrecht gevestigd op de verzekeringsportefeuille van [Assurantiekantoor] B.V. conform art. 11 van de geldleningsovereenkomst.
d. De in art. 10 van de geldleningsovereenkomst genoemde rekening-courant genummerd [nummer] bij NN c.s. stond op naam van [Assurantiekantoor] B.V.
e. Bij brief van 11 mei 2010 hebben NN c.s. bij [Holding] B.V. en bij [Assurantiekantoor] B.V. de lening per 25 mei 2010 opgeëist, dit in verband met een forse achterstand op de rekening-courant onder nummer [nummer] .
f. Op 8 juli 1010 is [Assurantiekantoor] B.V. door de rechtbank in staat van faillissement verklaard.
g. Medio oktober 2010 heeft de curator van [Assurantiekantoor] c.s. (kennelijk met instemming van NN c.s.) de verzekeringsportefeuille van [Assurantiekantoor] c.s. onderhands aan een derde verkocht voor een bedrag van € 171.000,-, zulks ter executie van het pandrecht van NN c.s. op die portefeuille. Na aftrek van een aan de curator afgedragen boedelbijdrage van 10% van de verkoopopbrengst, is een bedrag van € 153.900,- aan NN c.s. uitgekeerd.
h. [appellant] heeft de in art. 18 van de geldleningsovereenkomst genoemde tweede hypotheek op zijn woning verleend. Deze tweede hypotheek is met toestemming van NN c.s. komen te vervallen om [appellant] in staat te stellen zijn woning als zekerheid aan een andere gelduitlener aan te bieden voor een geldlening van € 650.000,- (nr. 10 conclusie van antwoord in reconventie).
4.2.1NN c.s. hebben in eerste aanleg in conventie en na vermindering van eis (zie r.o 3.4 en r.o. 3.11 van het bestreden vonnis) gevorderd, samengevat, dat de rechtbank uitvoerbaar bij voorraad [appellant] , mr. J.H.A. van den Wildenberg in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van [Assurantiekantoor] B.V., en [Holding] B.V. hoofdelijk veroordeelt tot betaling van:
1. € 138.481,- (€ 85.790,65 + € 52.690,35), te vermeerderden met contractuele rente;
2. € 1.785,- wegens buitengerechtelijke kosten;
3. de kosten van de procedure, waaronder de beslagkosten en nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
4.2.2[appellant] heeft in reconventie gevorderd, samengevat, dat bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
Primair:
- zal worden opgeheven het gelegde beslag op (het aandeel van [appellant] in) de woning aan de [adres] [huisnummer] te [plaats] ;
- voor recht zal worden verklaard dat NN c.s. onzorgvuldig hebben gehandeld en schadeplichtig zijn jegens [appellant] ;
Subsidiair:
- voor recht zal worden verklaard dat een eventuele executie van het gelegde beslag onrechtmatig is;
- voor recht zal worden verklaard dat NN c.s. de rechten van [appellant] bij de uitoefening van hun (pand)rechten onvoldoende hebben meegenomen en schadeplichtig zijn jegens [appellant] ;
Primair en subsidiair met hoofdelijke veroordeling van NN c.s. in de kosten van de procedure.
4.2.3De rechtbank heeft bij het bestreden vonnis in conventie [appellant] en [Holding] B.V. hoofdelijk veroordeeld om aan NN c.s. te betalen € 132.701,62, te vermeerderen met de contractuele rente, de proceskosten en de nakosten en [appellant] veroordeeld in de beslagkosten. Daarnaast is [appellant] veroordeeld in de beslagkosten. Deze veroordelingen zijn uitvoerbaar bij voorraad verklaard. NN c.s. zijn niet-ontvankelijk verklaard in de vordering tegen mr. Van den Wildenberg en het meer of anders gevorderde is afgewezen.
In reconventie zijn de vorderingen afgewezen met veroordeling van [appellant] , uitvoerbaar bij voorraad, in de proceskosten.
4.3.1Bij memorie van antwoord hebben NN c.s. aangevoerd dat [appellant] niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn hoger beroep voor zover ingesteld tegen B.V. Algemene Beleggingsmaatschappij Reigerdaal (hierna Reigerdaal B.V.) en voor zover ingesteld tegen Nationale Nederlanden Zorgverzekering N.V. (hierna NN Zorgverzekering). NN c.s. voeren hierbij aan dat Reigerdaal B.V. per 30 december 2009 door fusie is opgehouden te bestaan en dat haar rechtsopvolgster Nationale Nederlanden Levensverzekering Maatschappij N.V. (hierna NN Levensverzekeringmaatschappij) is, waarmee kennelijk geïntimeerde sub 3 wordt bedoeld. Verder is de naam NN Zorgverzekering N.V., aldus NN c.s., opgehouden te bestaan en heet thans ING Insurance Services N.V. Eén en ander is [appellant] meegedeeld bij exploot van 6 december 2012 (memorie van antwoord, productie 1).
4.3.2Bij memorie van antwoord, die mede op naam van Reigerdaal B.V. is genomen, is aangevoerd dat Reigerdaal B.V. niet langer bestaat en dat haar rechtsopvolgster door fusie (het hof leest:) de ook in dit hoger beroep verschenen NN Levensverzekeringmaatschappij N.V. is, die wel bestaat. Deze door [appellant] niet weersproken stelling brengt met zich dat hij niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn hoger beroep voor zover ingesteld tegen Reigerdaal B.V.
4.3.3Door genoemde fusie is Reigerdaal B.V. opgehouden te bestaan en heeft NN Levensverzekeringmaatschappij haar gehele vermogen verkregen. Aldus heeft NN Levensverzekeringmaatschappij niet alleen het eventuele aandeel van de vordering van Reigerdaal B.V. op [appellant] in haar vermogen, maar ook een eventuele schuld van Reigerdaal B.V. aan [appellant] . NN Levensverzekeringmaatschappij is in dit hoger beroep verschenen en is op de hoogte van het tegen Reigerdaal B.V. ingestelde hoger beroep. Het hof houdt het er dan ook voor dat NN Levensverzekeringmaatschappij ook als rechtsopvolgster van Reigerdaal B.V. is gedagvaard. Gesteld noch gebleken is immers dat NN Levensverzekeringmaatschappij enig in rechte te respecteren belang heeft bij een ander oordeel. Zij is als rechtsopvolgster en als in dit hoger beroep verschenen partij immers op de hoogte van het ingestelde rechtsmiddel en heeft voorts geen nadeel ondervonden van de fout.
4.3.4De op de inmiddels vervallen naam “Nationale Nederlanden Zorgverzekering N.V.” betekende dagvaarding in hoger beroep is kennelijk door deze rechtspersoon in ontvangst genomen en zij heeft zich in dit hoger beroep ook gesteld. Zij heeft vervolgens aangevoerd inmiddels ING Insurance Services N.V. te zijn genaamd. ING Insurance Services N.V. heeft niet gewezen op enig belang waarin zij is geschaad of zal worden geschaad indien het hof het ervoor houdt dat heeft te gelden dat de dagvaarding aan haar is uitgereikt. Het hof zal aan deze vergissing dan ook geen rechtsgevolg verbinden en het ervoor houden dat in dit hoger beroep is gedagvaard ING Insurance Services N.V., voorheen genaamd Nationale Nederlanden Zorgverzekering N.V.