ECLI:NL:GHSHE:2015:976

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
19 maart 2015
Publicatiedatum
20 maart 2015
Zaaknummer
F 200.151.889_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verklaring voor recht en erkenning van in het buitenland gewijzigde geslachtsnaam

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een appellant die verzoekt om erkenning van zijn in Kosovo gewijzigde geslachtsnaam. De appellant, geboren in 1971, heeft zowel de Nederlandse als de Kosovaarse nationaliteit. De wijziging van zijn geslachtsnaam in Kosovo is het gevolg van een besluit van de gemeente Kosovo, waarbij de geslachtsnamen van zijn ouders zijn gewijzigd. De appellant heeft verzocht om zijn gewijzigde geslachtsnaam ook in Nederland erkend te krijgen, maar de rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft dit verzoek afgewezen. De appellant is het niet eens met deze beslissing en heeft hoger beroep ingesteld.

Tijdens de mondelinge behandeling op 10 februari 2015 heeft de appellant, bijgestaan door zijn advocaat, zijn standpunt toegelicht. De ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de gemeente, vertegenwoordigd door zijn advocaat, heeft verweer gevoerd. Het hof heeft de rechtsmacht van de Nederlandse rechter bevestigd en de relevante artikelen van het Burgerlijk Wetboek besproken, waaronder artikel 1:26 lid 1 en artikel 10:24 lid 1.

Het hof oordeelt dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat de in Kosovo opgemaakte akte niet vatbaar is voor opname in de Nederlandse registers van de burgerlijke stand. De akte is enkel opgemaakt in verband met de wijziging van de geslachtsnaam van de appellant en is daarmee een afgeleide van de Nederlandse geboorteakte. Het hof bekrachtigt de beschikking van de rechtbank en wijst het verzoek van de appellant af, waarbij het hof begrip toont voor de gevoelens van de appellant, maar benadrukt dat een Koninklijk Besluit de aangewezen weg is voor geslachtsnaamswijzigingen.

Uitspraak

GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht
Uitspraak: 19 maart 2015
Zaaknummer: F 200.151.889/01
Zaaknummer eerste aanleg: C/02/268085 FA RK 13-4583
in de zaak in hoger beroep van:
[appellant],
wonende te
[woonplaats],
appellant,
advocaat: mr. J.C. Hissink.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:
de ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de gemeente [gemeente] (hierna ook: de ambtenaar),
advocaat: mr. C. de Ruiter.

1.Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst naar de beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, van 8 april 2014.

2.Het geding in hoger beroep

2.1.
Bij beroepschrift met producties, ingekomen ter griffie op 4 juli 2014, heeft appellant verzocht, voor zover nodig onder aanvulling van en/of verbetering van gronden, voormelde beschikking te vernietigen en zijn verzoeken alsnog toe te wijzen, met veroordeling van de ambtenaar in de kosten van deze procedure, zowel in eerste aanleg als in hoger beroep.
2.2.
Bij verweerschrift met producties, ingekomen ter griffie op 19 augustus 2014, heeft de ambtenaar verzocht de bestreden beschikking te bekrachtigen en de verzoeken van appellant af te wijzen met veroordeling van appellant in de proceskosten van de procedure in hoger beroep.
2.3.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 10 februari 2015. Bij die gelegenheid zijn gehoord:
  • appellant, bijgestaan door mr. Hissink;
  • de heer [ambtenaar] in zijn hoedanigheid van ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de gemeente [gemeente], bijgestaan door mr. de Ruiter.
2.4.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van de inhoud van:
  • het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg op 3 december 2013;
  • de ter zitting door mr. de Ruiter overgelegde pleitaantekeningen.

3.De beoordeling

3.1.
Appellant is geboren op [geboortedatum] 1971 te [geboorteplaats] uit het huwelijk van de heer [de vader] en mevrouw [de moeder], meisjesnaam [meisjesnaam].
Appellant heeft zowel de Nederlandse als de Kosovaarse nationaliteit.
3.2.
Bij besluit van 30 juni 2009 van het hoofdbureau van de administratie van de
gemeente [gemeente], Kosovo, zijn de geslachtsnamen van de heer [de vader] en mevrouw [de moeder] gewijzigd in ‘[geslachtsnaam]’. Deze wijziging is, zoals blijkt uit het als productie 8 bij het verweerschrift overgelegd schrijven van de gemeente [gemeente] van 17 maart 2010, aangebracht in hun persoonslijst in de Basis Registratie Personen (BRP), sedert 6 januari 2014 de opvolger van de Gemeentelijk Basisadministratie van Persoonsgegevens (GBA).
3.3.
Op 7 maart 2012 heeft de Dienst Justis van het Ministerie van Veiligheid en Justitie het verzoek van appellant om zijn geslachtsnaam te wijzigen in ‘[geslachtsnaam]’ afgewezen, daartoe overwegende dat de door appellant gekozen optie B4 voor de geslachtsnaamwijziging, die betrekking heeft op artikel 5, eerste lid, aanhef en onder b van het Besluit geslachtsnaamswijziging (hierna: Besluit) alleen wordt toegekend als de aanvrager 18, 19 of 20 jaar oud is. Appellant was op het moment van de aanvraag reeds 40 jaar oud. De Dienst Justis heeft daarnaast overwogen dat het Besluit verder niet voorziet in een andere mogelijkheid tot wijziging van de geslachtsnaam van appellant.
3.4.
Blijkens het op 21 augustus 2012 te [plaats], Kosovo, afgegeven uittreksel uit het geboorteregister staat appellant in het geboorteregister van [plaats], Kosovo, vermeld onder de naam [geslachtsnaam]. Op het uittreksel is aangetekend dat op grond van het besluit van DAP te [plaats], nr. [nummer] van 16 augustus 2012, de wijziging van de persoonsnaam van [naam] naar [geslachtsnaam] wordt toegestaan.
3.5.
Omdat de ambtenaar van de burgerlijke stand heeft geweigerd een latere vermelding betreffende de geslachtsnaamwijziging op de Nederlandse geboorteakte te plaatsen, heeft appellant de rechtbank verzocht voor recht te verklaren dat de in Kosovo gewijzigde geslachtsnaam ‘[geslachtsnaam]’ van appellant wordt erkend en de toevoeging te gelasten van een latere vermelding aan de geboorteakte.
3.6.
Bij de bestreden beschikking heeft de rechtbank het verzoek van appellant afgewezen.
3.7.
Appellant kan zich met deze beslissing niet verenigen en hij is hiervan in hoger beroep gekomen.
3.8.
Appellant heeft – kort samengevat – het volgende aangevoerd.
Ten onrechte heeft de rechtbank geoordeeld dat de buiten Nederland opgemaakte akte naar zijn aard niet vatbaar is voor opneming in een Nederlandse registers van de burgerlijke stand en bijgevolg zijn beroep op artikel 1:26 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) afgewezen. Nu de Kosovaarse akte is opgemaakt in verband met een wijziging van zijn geslachtsnaam in Kosovo, welke wijziging zijn directe aanleiding vond in de eveneens in Kosovo gewijzigde en ook in Nederland doorgevoerde geslachtsnaamwijziging van zijn ouders, is deze akte (in materiële zin) gelijk aan, althans doet deze niet onder voor zijn geboorteakte, waardoor deze valt onder de reikwijdte van artikel 1:25 BW en aldus naar zijn aard vatbaar is voor inschrijving in de Nederlandse registers van de burgerlijke stand.
Voorts heeft de rechtbank een te beperkte uitleg gegeven aan het begrip “persoonlijke staat” en daardoor ten onrechte zijn beroep op artikel 10:24 lid 1 BW afgewezen.
Persoonlijke staat wordt ook, en wellicht zelfs primair, bepaald door de naam die men heeft of draagt. Het gegeven dat zijn ouders thans de achternaam [geslachtsnaam] hebben, betekent dat zijn persoonlijke staat is gewijzigd en hij dezelfde achternaam als zijn ouders dient te krijgen, waardoor uitdrukking wordt gegeven aan de familierelatie met en de afstamming van zijn (voor)ouders. Zolang hij de naam [naam] draagt wordt daaraan geen uitdrukking gegeven.
Het verzoek van appellant voldoet aan de voorwaarden gesteld in artikel 10:24 BW en dient in de geest van dit artikel te worden beoordeeld.
Ten onrechte heeft de rechtbank voor de afwijzing van het door appellant gedane beroep op het gelijkheidsbeginsel van doorslaggevende betekenis geacht dat appellant in Nederland is geboren en zijn ouders niet.
3.9.
De ambtenaar van de burgerlijke stand heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
3.10.
Het hof overweegt het volgende.
Rechtsmacht
3.11.
Het internationale karakter van de zaak vraagt een beoordeling van de rechtsmacht van de Nederlandse rechter. Het hof verwijst hiervoor naar de daaraan gewijde overwegingen van de rechtbank waartegen geen grieven zijn gericht en die het hof onderschrijft. De Nederlandse rechter komt rechtsmacht toe met betrekking tot de onderhavige verzoeken.
Verzoek op grond van artikel 1:26 lid 1 BW
3.12.
Ingevolge artikel 1:26 lid 1 BW kan een ieder die daarbij een gerechtvaardigd belang heeft, de rechtbank verzoeken een verklaring voor recht af te geven dat een op hem betrekking hebbende, buiten Nederland opgemaakte akte of gedane uitspraak overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie is opgemaakt of gedaan en naar zijn aard vatbaar is voor opneming in een Nederlands register van de burgerlijke stand.
3.12.1.
Het hof is van oordeel dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat de in Kosovo opgemaakte akte [aktenummer] houdende de geslachtsnaam ‘[geslachtsnaam]’ naar zijn aard niet vatbaar is voor opneming in een Nederlands register van de burgerlijke stand, nu deze akte – ofschoon aangeduid als ‘geboorteakte’ – (uitsluitend) is opgemaakt in verband met een wijziging in Kosovo van de geslachtsnaam van appellant en moet worden gezien als een afgeleide van de Nederlandse geboorteakte. Door opname van deze akte in de registers van de burgerlijke stand, zoals door appellant verzocht, worden de regels van het internationaal privaatrecht met betrekking tot het namenrecht doorkruist. Immers op grond van artikel 10:20 BW wordt de geslachtsnaam van appellant bepaald door het Nederlandse recht, ingevolge welke geslachtsnaamswijziging plaatsvindt bij Koninklijk Besluit. Daar tekent het hof bij aan dat, waar artikel 1:25 BW tot doel heeft Nederlanders en personen die daarmee zijn gelijkgesteld in de gelegenheid te stellen hun in het artikel met name genoemde buitenlandse akten te doen inschrijven in de Haagse registers van de burgerlijke stand, van appellant reeds een geboorteakte in de Nederlandse registers is opgenomen.
3.12.2.
Nu niet is voldaan aan de vereisten van artikel 1:26 BW komt het hof niet toe aan het verzoek dat appellant op grond van artikel 1:26a BW doet.
Subsidiair verzoek op grond van artikel 10:24 BW
3.13.
Artikel 10:24 lid 1 BW bepaalt, voor zover in dit kader van belang, dat, indien de
geslachtsnaam of de voornamen van een persoon ter gelegenheid van de geboorte buiten
Nederland zijn vastgelegd of als gevolg van een buiten Nederland tot stand gekomen
wijziging in de persoonlijke staat zijn gewijzigd en zijn neergelegd in een overeenkomstig de
plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie opgemaakte akte, de aldus vastgelegde
of gewijzigde geslachtsnaam of voornamen in Nederland worden erkend.
3.13.1.
Het hof is van oordeel dat de rechtbank terecht en op goede gronden die het hof overneemt en tot de zijne maakt, heeft geoordeeld dat artikel 10:24 BW in deze toepassing mist. Uit artikel 10:24 BW vloeit voort dat vereist is dat de geslachtsnaam
als gevolg vaneen buiten Nederland tot stand gekomen
wijziging in de persoonlijke staatis gewijzigd.
3.13.2.
Een wettelijke definitie van het begrip persoonlijke staat is niet gegeven. Het hof sluit, evenals de rechtbank, aan bij hetgeen de Commissie van Advies voor de zaken betreffende de burgerlijke staat en de nationaliteit in haar Officiële Mededeling 1/2011, onder ‘wijzigingen in de persoonlijke staat’ heeft verstaan, te weten ‘wijzigingen in de wettelijke relatie tussen twee personen die gevolgen hebben voor de geslachtsnaam of voornamen van een persoon’. Daarbij valt met name te denken aan wijzigingen in de wettelijke relatie tussen personen door afstamming, zoals erkenning, wettiging, adoptie of gerechtelijke vaststelling van het vaderschap, dan wel door het huwelijk of geregistreerd partnerschap.
3.13.3.
Appellant is er veel aan gelegen de oorspronkelijke familienaam ‘[geslachtsnaam]’ te dragen, als uitdrukking van de afstamming van en de familierelatie met zijn (voor)ouders, welke relatie door de geslachtsnaamswijziging van de ouders niet meer zo duidelijk blijkt. De familierechtelijke staat van appellant, zijn afstamming, staat echter vast. Juridisch en ook volgens zijn geboorteakte is appellant de zoon van zijn ouders. De geslachtsnaamswijziging van zijn ouders en die van hem in Kosovo heeft in de persoonlijke staat van appellant geen verandering gebracht. De rechtbank heeft dan ook op juiste gronden geoordeeld dat er geen wijziging in de persoonlijke staat van appellant heeft plaatsgevonden en artikel 10:24 BW dan ook toepassing mist.
Gelijkheidsbeginsel
3.14.
Het hof is van oordeel dat de rechtbank terecht en op goede gronden, die het hof overneemt en tot de zijne maakt het beroep van appellant op het gelijkheidsbeginsel heeft afgewezen.
3.15.
Op grond van het vorenstaande zal het hof de beschikking waarvan beroep bekrachtigen.
3.16.
Het hof heeft begrip voor de gevoelens van appellant en zijn wens zijn geslachtsnaam in overeenstemming te brengen met die van zijn (voor)ouders, doch, gelet op het voorgaande, is hiertoe (uitsluitend) het Koninklijk Besluit de aangewezen weg. Ten overvloede wijst het hof appellant, zoals ook al door de ambtenaar is gedaan, op de mogelijkheid om een latere vermelding betreffende verscheidenheid van namen op de Nederlandse geboorteakte te laten plaatsen, waarin tot uitdrukking wordt gebracht dat appellant naar Kosovaars recht de geslachtsnaam ‘[geslachtsnaam]’ heeft.
Proceskosten
3.17 .
Het hof ziet geen aanleiding een proceskostenveroordeling uit te spreken en zal de proceskosten in hoger beroep compenseren.

4.De beslissing

Het hof:
bekrachtigt de tussen partijen gegeven beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, van 8 april 2014;
compenseert de proceskosten in hoger beroep, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mrs. J.H.J.M Mertens-Steeghs, C.D.M. Lamers en
C.L.M. Smeets en in het openbaar uitgesproken op 19 maart 2015.