Uitspraak
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de man, bijgestaan door mr. Maat-Oldenhof,
- de vrouw, bijgestaan door mr. De Dobbelaere-Woets.
3.De beoordeling
.
€ 253,-
€ 216,-
€ 45,-
€ 207,-
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om een hoger beroep inzake de vaststelling van de kinderalimentatie door de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De man, appellant, heeft de beschikking van de rechtbank van 7 mei 2014 aangevochten, waarin werd bepaald dat hij een bijdrage van € 286,50 per kind per maand moest betalen voor de kosten van verzorging en opvoeding van zijn kinderen. De vrouw, verweerder, heeft in haar verweerschrift verzocht om de bijdrage te verhogen naar € 216,50 per kind per maand, met een latere verhoging naar € 254,50 per kind per maand. Tijdens de mondelinge behandeling op 10 februari 2015 is de man bijgestaan door zijn advocaat, mr. F.C.M. Maat-Oldenhof, terwijl de vrouw werd bijgestaan door mr. I. de Dobbelaere-Woets. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder de draagkracht van beide ouders en de behoefte van de kinderen. Het hof heeft vastgesteld dat de totale behoefte van de kinderen € 854,- per maand bedraagt, en na aftrek van het kindgebonden budget is het eigen aandeel van de ouders in de kosten van de kinderen vastgesteld op € 687,- per maand. Het hof heeft de grieven van de man gegrond verklaard en de bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen verlaagd. De man heeft recht op zorgkorting, en het hof heeft de alimentatie voor de kinderen vastgesteld op € 166,- per kind per maand voor de periode van 7 mei 2014 tot 1 januari 2015, en € 117,- per kind per maand voor de periode van 1 januari 2015 tot 1 februari 2015. De vrouw hoeft geen terugbetaling te doen van eventueel teveel ontvangen alimentatie. De beschikking van de rechtbank is vernietigd en de nieuwe alimentatiebedragen zijn vastgesteld.