Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
(naar het hof begrijpt:) in eerste aanleg, dan wel met een zodanig bedrag aan kinderalimentatie en partneralimentatie, als het hof juist acht.
.
- de vrouw, bijgestaan door mr. Van Aarsen;
- de man, bijgestaan door mr. Martens.
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg d.d. 14 februari 2014;
- het V6-formulier met bijlagen ingediend door de advocaat van de man op 9 januari 2015;
- de ter zitting door mr. Van Aarsen overgelegde en voorgedragen pleitnota;
- de ter zitting door mr. Martens overgelegde en voorgedragen pleitaantekeningen.
3.De beoordeling
.
.Daarbij komt dat voor [de zoon] na het wegvallen van het salaris van de vrouw medio 2009, niet minder werd uitgegeven dan voorheen het geval was. De vrouw heeft sedertdien deze kosten uit haar vermogen voldaan en verwijst daarbij naar haar berekeningen en onderliggende producties. Ter zitting van het hof heeft de vrouw verklaard dat zij maandelijks een bedrag van circa € 1.500,-- aan haar vermogen heeft onttrokken en dat bedrag heeft aangewend om bij te dragen in de kosten van de huishouding.