Uitspraak
10.Het tussenarrest van 14 januari 2014
11.Het verdere verloop van de procedure
- de memorie na enquête van Gispro met producties 4 t/m 13;
- de antwoordmemorie na enquête van [geïntimeerde].
12.De verdere beoordeling in principaal en incidenteel hoger beroep
schriftelijkheeft ingelicht over de doorverkoop en de (hoge) boetes die zij aan haar koper zou verbeuren ingeval van te late sloop en/of te late doorlevering. Aangezien Gispro had gesteld dat zij [geïntimeerde] hierover eind 2009 en begin 2010
mondelinghad ingelicht en Gispro ter precisering van deze stelling tijdens het pleidooi had gesteld, kort samengevat, dat [statutair directeur van Gispro] dit heeft gedaan in een gesprek dat hij rond januari 2010 met [geïntimeerde] heeft gevoerd, heeft het hof [statutair directeur van Gispro] belast met het bewijs van laatstgenoemde stelling.
‘Nogmaals wijzen wij u erop dat door deze vertragingen de boete uwerzijds fors is opgelopen. Vanaf 25 april tot gereed sloop bedraagt de boete € 900,- per dag’.
uit eigen bewegingtegen [ex-advocaat en thans zelfstandig ondernemer] zou hebben gezegd dat hij het belachelijk vond dat de contractspartij van Gispro aanspraak maakte op een boete van € 900,00 per dag. Weliswaar wordt in de brief van [ex-advocaat en thans zelfstandig ondernemer] d.d. 28 juli 2010, die is voorafgegaan aan het telefoongesprek, gerefereerd aan een boete van € 900,00 per dag. In deze brief wordt echter slechts in bedekte termen verwezen naar contractuele verplichtingen van Gispro jegens een rechtsopvolger, zonder dat duidelijk wordt gemaakt dat Gispro het perceel had doorverkocht en een boete zou verbeuren voor iedere dag dat zij het perceel te laat zou doorleveren (vgl. r.o. 8.10.9 van het tussenarrest).
‘Ik heb alleen gezegd dat er een ander bedrijf was, [sloopbedrijf], die de sloop goedkoper kon doen’.De verklaring van [geïntimeerde] houdt kennelijk in dat hij de machtiging niet expliciet heeft ingetrokken. Dat valt wel degelijk te rijmen met de opdrachtverlening aan [sloopbedrijf]. Verder maakt het enkele feit dat [geïntimeerde], een juridische leek, de door hem verstrekte opdracht voor de sloop niet heeft opgevat als een impliciete intrekking van de sloopmachtiging, zijn getuigenverklaring niet ongeloofwaardig.
schriftelijk te bevestigendat zij bereid is om mee te werken aan de levering. Verder heeft Gispro aangevoerd dat zij naar aanleiding van de brief van 16 februari 2011 tijdig de gevraagde schriftelijke bevestiging heeft gegeven, en dat zij ook op de brief van 1 april 2011 welwillend, schriftelijk heeft gereageerd.
- de koopsom ad € 106.400,00 vermeerderd met omzetbelasting;
- de contractuele rente van 7% per jaar te berekenen over een bedrag van € 106.400,00 vermeerderd met omzetbelasting, vanaf 16 maart 2009 tot de dag waarop de koopsom volledig zal zijn betaald aan [geïntimeerde];
- de omzetbelasting over deze contractuele rente;
13.De uitspraak
- over een bedrag van € 350,00 vanaf 2 maart 2010;
- over een bedrag van € 12.335,63 vanaf 30 augustus 2010;
- over een bedrag van € 1.500,00 vanaf 3 november 2010,
- de koopsom ad € 106.400,00 vermeerderd met omzetbelasting;
- de contractuele rente van 7% per jaar te berekenen over een bedrag van € 106.400,00 vermeerderd met omzetbelasting, vanaf 16 maart 2009 tot de dag waarop de koopsom volledig zal zijn betaald aan [geïntimeerde];
- de omzetbelasting over deze contractuele rente;