ECLI:NL:GHSHE:2015:795
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- P.J.M. Bongaarts
- L.Th.L.G. Pellis
- J.H.Th. Veldman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling wegens gebrek aan goede trouw
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 26 februari 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over het verzoek van een vrouw om toegelaten te worden tot de wettelijke schuldsaneringsregeling. De vrouw, hierna te noemen [appellante], had eerder een verzoek ingediend bij de rechtbank Oost-Brabant, dat op 12 januari 2015 was afgewezen. De rechtbank oordeelde dat niet voldoende aannemelijk was dat [appellante] te goeder trouw was ten aanzien van het ontstaan en onbetaald laten van haar schulden in de vijf jaar voorafgaand aan haar verzoek. De totale schuldenlast van [appellante] bedroeg € 17.958,39, waaronder een schuld aan de Belastingdienst en verschillende schulden aan het CJIB.
Tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep op 11 februari 2015 heeft [appellante] haar situatie toegelicht en aangevoerd dat de schulden aan de Belastingdienst en het UWV niet te goeder trouw waren ontstaan. Het hof heeft echter vastgesteld dat [appellante] onvoldoende bewijs heeft geleverd voor haar stellingen en dat haar verklaringen tegenstrijdig waren. Het hof heeft de relevante artikelen van de Faillissementswet (Fw) in overweging genomen, die vereisen dat de schuldenaar in de vijf jaar voorafgaand aan het verzoek te goeder trouw moet zijn geweest.
Het hof concludeert dat [appellante] niet heeft aangetoond dat zij aan deze vereisten voldeed. De omstandigheden die zij aanvoerde, zoals het feit dat haar zus niet meer bij haar inwoont en dat zij een betaalde baan heeft, waren niet voldoende om haar verzoek te onderbouwen. Het hof heeft daarom het vonnis van de rechtbank bekrachtigd en het verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling afgewezen.