ECLI:NL:GHSHE:2015:776
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- L.Th.L.G. Pellis
- P.J.M. Bongaarts
- J.J. Minnaar
- Rechtspraak.nl
Tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling wegens niet-nakomen van verplichtingen
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 5 maart 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling van de appellante. De rechtbank Limburg had eerder op 20 januari 2014 de schuldsaneringsregeling uitgesproken, maar op voordracht van de rechter-commissaris is deze op 5 november 2014 tussentijds beëindigd. De rechtbank oordeelde dat de appellante haar verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling niet naar behoren was nagekomen, met name de sollicitatieplicht. De appellante had geen bewijsstukken van sollicitaties overgelegd en was niet in staat gebleken om aan haar verplichtingen te voldoen, ondanks herhaalde aanschrijvingen van de bewindvoerder.
In hoger beroep heeft de appellante aangevoerd dat zij door de zorg voor haar dochtertje niet in staat was om te solliciteren, maar nu zij naar eigen zeggen in staat is om een fulltime baan te vervullen, zou de schuldsaneringsregeling niet beëindigd moeten worden. Het hof heeft echter vastgesteld dat de appellante, ondanks haar verklaringen, niet voldoende bewijs heeft geleverd dat zij aan haar verplichtingen heeft voldaan. Het hof heeft ook opgemerkt dat de appellante wisselende verklaringen heeft afgelegd over haar situatie en dat zij niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij (volledig) arbeidsongeschikt is.
Uiteindelijk heeft het hof geoordeeld dat de rechtbank terecht heeft besloten de schuldsaneringsregeling tussentijds te beëindigen. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bekrachtigd, omdat de appellante niet aan de voor haar uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen heeft voldaan en de uitvoering van de regeling in ernstige mate is belemmerd.