In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om een hoger beroep inzake schadevergoeding met betrekking tot pensioenpremies. De appellanten, waaronder Alphons Johannes Antonius, hebben een geschil met de geïntimeerde over de hoogte van de schade die voortvloeit uit onterecht berekende pensioenpremies. Het hof heeft eerder, in een tussenarrest van 22 juli 2014, een deskundige benoemd om vragen te beantwoorden over de premiebetalingen en de kennis van Delta Lloyd over salarisverhogingen van de werknemers. De deskundige heeft vastgesteld dat Delta Lloyd op 1 januari 2001 op de hoogte was van de wijziging in het pensioengevend jaarsalaris van een van de appellanten, maar dat de salarisverhogingen niet tijdig waren meegenomen in de premiebetalingen. Dit leidde tot een discussie over de aansprakelijkheid van de geïntimeerde voor de geleden schade.
Tijdens de procedure heeft het hof de deskundige gevraagd om verdere verduidelijkingen te geven over de premiebetalingen en de gevolgen van de salarisverhogingen. De deskundige heeft bevestigd dat de salarisgegevens voor 1 januari 2003 bij Delta Lloyd bekend waren, maar dat dit niet leidde tot een nieuwe berekening van de inkoopsom. De appellanten hebben verzocht om de schade van een van de werknemers vast te stellen op basis van het deskundigenrapport, inclusief rente en kosten.
Het hof heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de appellanten een deel van de schade ook hadden geleden zonder de onrechtmatige daad van de geïntimeerde. Dit heeft geleid tot de beslissing om de eerdere bindende eindbeslissing te heroverwegen. Het hof heeft partijen de gelegenheid gegeven om zich uit te laten over deze heroverweging, alvorens verder te beslissen. De uitspraak is gedaan op 24 februari 2015.