ECLI:NL:GHSHE:2015:649
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- B.A. Meulenbroek
- M.G.W.M. Stienissen
- J.H.C. Schouten
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake overeenkomst van geldlening zonder rentepercentage en schriftelijkheidsvereiste
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Financiering Maatschappij “Zuid-Holland” C.V. tegen twee broers, [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2], over een overeenkomst van geldlening. De overeenkomst, die op 4 september 2002 werd gesloten, vermeldt een lening van € 522.447,62, maar bevat geen rentepercentage. Finmij heeft in eerste aanleg een vordering ingesteld voor betaling van het openstaande bedrag, maar de rechtbank heeft deze vordering afgewezen wegens onvoldoende onderbouwing. In hoger beroep heeft Finmij haar eis gewijzigd en vordert nu een bedrag van € 136.977,66, vermeerderd met rente en kosten. De broers betwisten de vordering en stellen dat zij niets meer verschuldigd zijn. Het hof overweegt dat de overeenkomst niet voldoet aan het schriftelijkheidsvereiste van artikel 7A:1804 BW, omdat de hoogte van de rente niet schriftelijk is vastgelegd. Dit leidt tot de conclusie dat de overeenkomst op dit punt nietig is en dat de wettelijke rente van toepassing is. Het hof heeft Finmij in de gelegenheid gesteld om zich hierover uit te laten en houdt verdere beslissingen aan.