Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
5.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 7 oktober 2014;
- de akte inbrenging productie tevens antwoordakte en wijziging van eis van [appellant];
- de antwoordakte van [geïntimeerde].
6.De verdere beoordeling
op verlangen van de huurdergebreken te verhelpen, en artikel 7:207 lid 1 BW, dat bepaalt dat de huur ingeval van vermindering van huurgenot ten gevolge van een gebrek huurprijs-vermindering kan vorderen van de dag waarop
hij van het gebrek behoorlijk kennis heeft gegeven aan de verhuurder. Waar het bij deze artikelen om gaat is dat de verhuurder weet welke gebreken hij te verhelpen heeft en dat een huurder in geval van een gebrek eerst recht heeft op huurprijsvermindering wanneer hij van het gebrek kennis heeft gegeven aan de verhuurder. In ieder geval door de inhoud van de inleidende dagvaarding zijn de gebreken ter kennis van [geïntimeerde] gekomen, had hij (desgewenst) tot herstel kunnen overgaan en kon hij rekening houden met een eventuele huurprijsvermindering. Het verweer van [geïntimeerde] dat hij niet in verzuim is (geraakt) – wat daarvan verder zij – en dat [appellant] voorafgaand aan aan de procedure nooit heeft geklaagd over de nieuwe gebreken, gaat dus niet op.
kanoptreden. Hij maakt verder niet duidelijk welke werkzaamheden in zijn opdracht zijn uitgevoerd en of daarbij ramen en kozijnen zijn vervangen, hetgeen gezien de specifieke en onderbouwde stellingen van [appellant] wel op zijn weg had gelegen. Zijn betwisting zal daarom als onvoldoende gemotiveerd worden gepasseerd. Door houtrot aangetaste ramen en kozijnen kan het gehuurde naar het oordeel van het hof aan [appellant] niet het genot kan verschaffen dat hij mag verwachten. Dit is dus een gebrek. Op grond van het bepaalde in artikel 9.1 onder a van de algemene bepalingen komt het herstel voor rekening van [geïntimeerde]. Hij zal daartoe worden veroordeeld.
“indien voegwerk zacht is, dient met vervanging binnen 5 tot 10 jaar rekening te worden gehouden.”.Volgens [geïntimeerde] is geen sprake van een gebrek.
kanveroorzaken. De door [geïntimeerde] aangehaalde opmerking in het BIC-rapport – na haar constatering dat het voegwerk van de aanbouw ontbreekt – kan aan die duidelijke constatering niets afdoen. Het hof stelt daarom vast dat het voegwerk in de aanbouw ontbreekt. Hierdoor kan het gehuurde aan [appellant] niet het genot verschaffen dat hij mocht verwachten. Dit moet hersteld worden. Dit betreft herstel van buitengevels, hetgeen op grond van artikel 9.1 sub a van de algemene bepalingen voor rekening van [geïntimeerde] dient te geschieden. [geïntimeerde] zal tot herstel van het voegwerk worden veroordeeld.
“Dakafwerking”– na opmerkingen over dakpannen, nokvorsten en loodwerk van de schoorsteen – staat:
“Op termijn, gezien de staat van de dakpannen, wordt geadviseerd om de dakpannen compleet te vervangen. De asbesthoudende platen (dakbeschot) kunnen dan vervangen worden door isolatieplaten.”Dat de enkele aanwezigheid van asbest een gebrek vormt dat nu moet worden hersteld blijkt uit het rapport niet. Dat er bij onderhoudswerkzaamheden asbest vrij zal komen heeft [appellant] onvoldoende onderbouwd. Er bestaat daarom geen aanleiding om [geïntimeerde] nu tot dit herstel te veroordelen.
“herstellen van schilderwerk gevel langs daklijst”en
“raamkozijnen 3 stuks woongedeelte in slechte staat”en
“Overige gevelwerk in goede staat.”Waar in het BIC-rapport met zoveel woorden gesproken wordt over het vervangen van het schilderwerk aan de achterzijde en het bijwerken van het schilderwerk aan de voorzijde (kosten € 2.500,-), had het op de weg van [geïntimeerde] gelegen om duidelijk te stellen welke delen van de achterzijde resp. de voorzijde destijds in zijn opdracht zijn geschilderd (kosten € 590,-). Nu [geïntimeerde] zijn betwisting in feite niet anders motiveert dan met een verwijzing naar beweerdelijk uitgevoerd, niet nader gespecificeerd schilderwerk, wordt aan die betwisting voorbij gegaan. Het hof zal [geïntimeerde] daarom veroordelen tot het het vervangen van het schilderwerk aan de achterzijde en het bijwerken van het schilderwerk aan de voorzijde. Dat dit voor zijn rekening als verhuurder komt is niet in geschil.