ECLI:NL:GHSHE:2015:623
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- J.H.J.M. Mertens-Steeghs
- M.C. Bijleveld-van der Slikke
- M.L.F.J. Schyns
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake uithuisplaatsing van een minderjarige
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de moeder tegen een beschikking van de rechtbank Limburg, waarin de uithuisplaatsing van haar dochter is verlengd. De moeder, die in eerste aanleg niet was opgeroepen om haar mening te geven, verzoekt de verlenging van de uithuisplaatsing te vernietigen. De vader van de dochter heeft de dochter erkend en is samen met de moeder belast met het gezamenlijk gezag. De dochter staat sinds 9 augustus 2012 onder toezicht van de Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg en is sinds juli 2013 uit huis geplaatst in een pleeggezin. De rechtbank had de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd tot 21 augustus 2015. De moeder is het niet eens met deze beslissing en stelt dat de rechtbank haar ten onrechte niet heeft gehoord. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de moeder aangegeven dat ze op dit moment niet in staat is om voor de dochter te zorgen, maar dat ze van mening is dat de dochter bij de vader zou moeten opgroeien. De stichting heeft echter zorgen over de ontwikkeling van de dochter en stelt dat er eerst onderzoek gedaan moet worden naar de opvoedingsbehoeften van de dochter voordat er een beslissing kan worden genomen over een eventuele plaatsing bij de vader. Het hof oordeelt dat de uithuisplaatsing van de dochter in stand blijft, omdat er onvoldoende duidelijkheid is over de mogelijkheden van een plaatsing bij de vader binnen de resterende termijn van de machtiging. Het hof vertrouwt erop dat de ouders en de stichting constructief overleg zullen voeren om de benodigde onderzoeken te laten plaatsvinden.