In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [curator 1] tegen een beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarin hij ambtshalve is ontslagen uit zijn taak om de vermogensrechtelijke belangen van de onder curatele gestelde, [curandus], te behartigen. De rechtbank had de stichting Cliënten Gelden S&L Zorg benoemd als tweede curator. [curator 1] verzoekt in hoger beroep om de beschikking te vernietigen en om te bepalen dat hij de volledige curatele zal blijven uitoefenen, met een vergoeding over het jaar 2013. Tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep op 14 oktober 2014 en 13 januari 2015 zijn zowel [curator 1] als zijn advocaat gehoord. De stichting en de onder curatele gestelde waren niet aanwezig. Het hof heeft kennisgenomen van de relevante stukken en de zittingsaantekeningen. Het hof overweegt dat de relatie tussen [curator 1] en de stichting verstoord is, wat niet in het belang van de onder curatele gestelde is. Het hof heeft vastgesteld dat [curator 1] een geschikte tweede curator heeft voorgesteld, [curator 2], en heeft besloten de stichting te ontslaan als tweede curator en [curator 2] te benoemen. Het verzoek van [curator 1] om een vergoeding over het jaar 2013 is afgewezen, omdat dit verzoek voor het eerst in hoger beroep is gedaan. De beschikking van de rechtbank is gedeeltelijk bekrachtigd en gedeeltelijk vernietigd.