ECLI:NL:GHSHE:2015:5702

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
29 april 2015
Publicatiedatum
7 april 2023
Zaaknummer
20-001883-13
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vrijspraak van diefstal door middel van een valse sleutel

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 29 april 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De verdachte was eerder vrijgesproken van diefstal door middel van een valse sleutel. De officier van justitie heeft tegen deze vrijspraak hoger beroep ingesteld. Het hof heeft het onderzoek in hoger beroep en het onderzoek in eerste aanleg in overweging genomen. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis zal vernietigen en de verdachte zal veroordelen tot een taakstraf van 60 uren, subsidiair 30 dagen hechtenis.

Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 5 tot en met 7 november 2011 in Oosterhout een geldbedrag van € 2.500,- heeft weggenomen van de bankrekening van mevrouw [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] door gebruik te maken van een valse sleutel, namelijk een pinpas en bijbehorende pincode. Het hof heeft de tenlastelegging verbeterd, waarbij een datumfout is gecorrigeerd. De verdachte is niet geschaad in zijn verdediging door deze verbetering.

Het hof heeft het bewijs als wettig en overtuigend beschouwd en heeft de verdachte schuldig bevonden aan diefstal. De verdachte heeft misbruik gemaakt van de situatie na het overlijden van mevrouw [benadeelde 1]. Het hof heeft rekening gehouden met het feit dat de verdachte niet eerder is veroordeeld en heeft de taakstraf van 60 uren opgelegd, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis. De beslissing is gegrond op de relevante artikelen van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

Afdeling strafrecht

Parketnummer : 20-001883-13
Uitspraak : 29 april 2015
VERSTEK d.n.i.p.

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, van 28 mei 2013 in de strafzaak met parketnummer 02-180206-12 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] (voormalig [geboorteplaats] ) op [geboortedag] 1947,
wonende te [adres] .
Hoger beroep
Bij het beroepen vonnis is de verdachte vrijgesproken van - kort gezegd - diefstal door middel van een valse sleutel.
De officier van justitie heeft tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, het ten laste gelegde bewezen zal verklaren en de verdachte zal veroordelen tot een taakstraf voor de duur van 60 uren, subsidiair 30 dagen hechtenis.
Vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd, omdat het hof wel komt tot een bewezenverklaring.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op enig tijdstip gelegen in of omstreeks de periode van 5 november 2011 tot en met 7 november 2011 te Oosterhout, althans in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag (van 2500 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 1] en/of
[benadeelde 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel.
Overeenkomstig de kennelijke bedoeling van de steller van de tenlastelegging heeft het hof in de tenlastelegging “5 november 2012” verbeterd gelezen als “5 november 2011”.
De verdachte is door deze verbeterde lezing niet geschaad in de verdediging, nu bij hem - in het bijzonder gelet op zijn verklaring d.d. 7 april 2012 op pagina 26 van het politiedossier - geen misverstand heeft kunnen bestaan omtrent hetgeen hem wordt verweten.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op enig tijdstip gelegen in of omstreeks de periode van 5 november 2011 tot en met 7 november 2011 te Oosterhout, althans in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag van 2500 euro, toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel.
Het hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Door het hof gebruikte bewijsmiddelen
Indien tegen dit verkorte arrest beroep in cassatie wordt ingesteld, worden de door het hof gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het arrest. Deze aanvulling wordt dan aan het arrest gehecht.
Bijzondere overwegingen omtrent het bewijs
De verdachte heeft een geldbedrag van € 2.500,- via internetbankieren overgeboekt van de bankrekening ten name van mevrouw [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] naar zijn eigen bankrekening. Uit de aangifte blijkt dat de verdachte toegang had tot de pinpas van mevrouw [benadeelde 1] (p. 4).
Het is een feit van algemene bekendheid dat toentertijd voor een overboeking via internetbankieren een pinpas met bijbehorende pincode benodigd was. Nu de verdachte met gebruikmaking van een pinpas en de daarbij behorende pincode, na het overlijden van mevrouw [benadeelde 1] , zonder daartoe gerechtigd te zijn, het geld naar zijn eigen bankrekening heeft overgeboekt, heeft hij zich schuldig gemaakt aan - kort gezegd - diefstal door middel van een valse sleutel, zoals bedoeld in artikel 311, eerste lid, aanhef en onder 5°, van het Wetboek van Strafrecht.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde levert op:
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De verdachte is daarom strafbaar voor het bewezen verklaarde.
Op te leggen straf of maatregel
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De verdachte heeft na het overlijden van mevrouw [benadeelde 1] , zonder daartoe gerechtigd te zijn, een bedrag van € 2.500,- overgeboekt van haar bankrekening naar de zijne. Het hof rekent de verdachte aan dat hij aldus misbruik heeft gemaakt van de situatie.
Anderzijds houdt het hof rekening met de omstandigheid dat de verdachte, die in 1947 is geboren, niet eerder werd veroordeeld ter zake van enig strafbaar feit.
Op grond van het voorgaande acht het hof de door de advocaat-generaal gevorderde taakstraf voor de duur van 60 uren passend en geboden.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing is gegrond op de artikelen 9, 22c, 22d en 311 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het beroepen vonnis en doet opnieuw recht.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
60 (zestig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
30 (dertig) dagen hechtenis.
Aldus gewezen door
mr. F.C.J.E. Meeuwis, voorzitter,
mr. J.F. Dekking en mr. Y.G.M. Baaijens-van Geloven, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. P. van Glabbeek, griffier,
en op 29 april 2015 ter openbare terechtzitting uitgesproken.