ECLI:NL:GHSHE:2015:5700
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van vrijspraak in ontuchtzaak na hoger beroep
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 22 juli 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, dat op 15 april 2014 was gewezen. De zaak betreft een verdachte die werd beschuldigd van ontucht. De officier van justitie had hoger beroep ingesteld tegen de vrijspraak die de rechtbank had uitgesproken. Tijdens de zittingen in hoger beroep en de eerste aanleg heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de verdachte gehoord. De advocaat-generaal vorderde vernietiging van het vonnis, terwijl de verdediging primair vrijspraak bepleitte en subsidiair een strafmaatverweer voerde. Het hof heeft de argumenten van de eerste rechter in het kader van de vrijspraak overgenomen, maar voegde daar aanvullende overwegingen aan toe. De voorzitter vroeg naar de context van de seksuele contacten die de verdachte had hervat, maar het hof concludeerde dat deze niet relevant waren voor de zaak. Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de rechtbank bevestigd, met inachtneming van de overwegingen die in het arrest zijn opgenomen. De verdachte werd niet schuldig bevonden aan de ten laste gelegde feiten, en het hof heeft de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.