In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen Enexis B.V. inzake groepsaansprakelijkheid op basis van artikel 6:166 van het Burgerlijk Wetboek. De zaak is ontstaan na de ontdekking van een hennepkwekerij in de woning van [appellant] op 12 januari 2010, waarbij illegaal elektriciteit werd afgenomen. Enexis, de netbeheerder, heeft schade geleden door deze diefstal en heeft [appellant] en [medegedaagde] aangesproken voor de kosten van de afgenomen elektriciteit. In eerste aanleg heeft de rechtbank Breda [appellant] bij verstek veroordeeld tot betaling van € 6.175,94, maar de vordering tegen [medegedaagde] is afgewezen. [appellant] heeft hoger beroep ingesteld en betwist aansprakelijk te zijn op grond van onrechtmatige daad, evenals de schadeberekening van Enexis. Het hof heeft vastgesteld dat [appellant] strafrechtelijk is veroordeeld voor zijn betrokkenheid bij de hennepkwekerij, maar dat dit niet automatisch betekent dat hij onrechtmatig heeft gehandeld jegens Enexis. Het hof oordeelt dat Enexis niet voldoende heeft aangetoond dat [appellant] de illegale stroomaftakking heeft aangelegd of dat hij de hennepkwekerij heeft ingericht. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling en [appellant] krijgt de gelegenheid om te reageren op de nieuwe grondslag van Enexis, die zich beroept op groepsaansprakelijkheid.