Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de bewindvoerder, bijgestaan door mr. Drost;
- de rechthebbende.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een beschikking van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, van 10 april 2015. De bewindvoerder, die tevens de adoptievader is van de rechthebbende, heeft verzocht om een machtiging voor een eenmalige uitgave van maximaal € 3.200,- uit het vermogen van de rechthebbende. Dit bedrag is bedoeld voor een medische behandeling van de biologische vader van de rechthebbende, die ernstig ziek is en in Indonesië woont. De rechtbank had eerder dit verzoek afgewezen, met de overweging dat het verlenen van de machtiging niet in het belang van de rechthebbende zou zijn.
Tijdens de mondelinge behandeling op 17 december 2015 heeft het hof de bewindvoerder en de rechthebbende gehoord. De rechthebbende, geboren in 1993, heeft voldoende financiële middelen om de schenking te doen, en het hof heeft de indruk gekregen dat hij begrijpt dat deze schenking van groot belang is voor zijn biologische vader. Het hof heeft overwogen dat het welzijn van de rechthebbende niet in gevaar komt door het verlenen van de machtiging, aangezien hij over voldoende spaargeld en een maandelijks inkomen beschikt.
Uiteindelijk heeft het hof de beschikking van de rechtbank vernietigd en de bewindvoerder gemachtigd om de gevraagde uitgave te doen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ook al is er mogelijk nog een verdere juridische procedure aan de gang.