In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 17 december 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de schuldsaneringsregeling van de appellante. De rechtbank Limburg had eerder op 10 november 2015 geoordeeld dat de appellante toerekenbaar tekortgeschoten was in de nakoming van haar verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling, wat leidde tot de beëindiging van deze regeling. De appellante, bijgestaan door haar advocaat mr. A.M.A. Bouwens, heeft in hoger beroep verzocht om vernietiging van dit vonnis en om verlenging van de looptijd van de schuldsaneringsregeling met twee jaar.
Tijdens de mondelinge behandeling op 9 december 2015 heeft de appellante haar standpunt toegelicht, waarbij zij stelde dat zij niet op de beëindigingszitting was verschenen door een misverstand over de datum. De bewindvoerder heeft bevestigd dat de appellante haar best deed om te voldoen aan haar informatieverplichtingen. Het hof heeft vastgesteld dat er een boedelachterstand en nieuwe schulden zijn ontstaan, maar heeft ook erkend dat de appellante een plan van aanpak heeft gepresenteerd om deze schulden in te lopen.
Het hof heeft uiteindelijk besloten om de looptijd van de schuldsaneringsregeling te verlengen tot 24 december 2017, zodat de appellante de kans krijgt om haar financiële situatie te verbeteren. Het hof benadrukt dat alle verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling onverkort van kracht blijven tijdens deze verlenging. De uitspraak is gedaan in het kader van civiel recht en insolventierecht, waarbij de relevante artikelen van de Faillissementswet zijn toegepast.