Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[appellant] ,wonende te [woonplaats] (België),
Vortex International B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
en afzonderlijk als [appellant] respectievelijk Vortex International,
1.[geïntimeerde] ,wonende te [woonplaats] (Spanje),
New Frío [plaats] S.L.,gevestigd te [vestigingsplaats] (Spanje),
Frío Export S.L.,gevestigd te [vestigingsplaats] (Spanje),
en afzonderlijk als respectievelijk [geïntimeerde] , Frío [plaats] SL en Frío Export SL;
1.Het geding in eerste aanleg (zaaknr. 231572/HAZA 11-993)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep en het herstelexploot d.d. 11 december 2012;
- de memorie van grieven (met producties);
- de memorie van antwoord (met producties en voorwaardelijke wijziging van eis);
- de akte van Vortex c.s. d.d. 3 september 2013 met daarin een grief (grief VII) tegen het aanvullende vonnis van 5 juni 2013, met productie.
3.De beoordeling
- a) [geïntimeerde] is directeur en 100% aandeelhouder van de Spaanse vennootschappen New Frío [plaats] SL en Frío Export SL. Deze Frío-groep is een transportonderneming, zij verzorgt onder andere koeltransporten van fruit van Spanje naar Nederland.
- b) [appellant] is directeur en 100% aandeelhouder van Vortex Transport Service BV (hierna: Vortex Transport) en (indirect) van Vortex International.
- c) Vortex c.s. en Frío c.s. zijn in het najaar van 2009 overeengekomen om te gaan samenwerken en om daartoe een nieuwe vennootschap op te richten waarin ze ieder voor 50% zouden deelnemen.
- d) [appellant] liet vervolgens weten dat hij nog een slapende vennootschap beschikbaar had, Macro Invest BV geheten, een volle dochter van Vortex Transport, zodat geen nieuwe vennootschap hoefde te worden opgericht.
- e) Op 29 oktober 2009 heeft Vortex Transport bij notariële akte van aandelenoverdracht (productie 1 bij akte d.d. 25 mei 2011) op basis van een (niet schriftelijk vastgelegde) koopovereenkomst 50% van haar aandelen in Macro Invest BV overgedragen aan New Frío [plaats] SL voor een prijs van € 5.000; tegelijkertijd droeg Vortex Transport haar andere 50% over aan Vortex International tegen dezelfde prijs. Tezelfdertijd is de naam Macro Invest BV gewijzigd in New Frío [plaats] BV.
- f) Van New Frío [plaats] BV werden Vortex International (en daarmee indirect [appellant] ) en [geïntimeerde] bestuurder.
- g) New Frío [plaats] BV ging kantoor houden op het adres [het adres] te [plaats] , waar ook Vortex Transport en Vortex International kantoor hielden. De bedoeling was dat New Frío [plaats] BV mede gezien de naamsbekendheid van Frío transportopdrachten zou verwerven voor retourtransporten van Nederland naar Spanje, en die ritten zou laten uitvoeren in de eerste plaats door Frío Export SL en eventueel ook door derden.
- h) Op 29 oktober 2009 had New Frío [plaats] BV een negatief eigen vermogen van € 124.122,69.
- i) Vanaf 1 november 2009 is Frío Export SL vervoersopdrachten voor New Frío [plaats] BV gaan uitvoeren en daarvoor gaan factureren.
- j) Frío c.s. is, behoudens betreffende het meewerken aan het verkrijgen van een bankrekening voor New Frío [plaats] BV, niet betrokken geweest bij het feitelijk bestuur van New Frío [plaats] BV. Laatstgenoemde vennootschap is feitelijk bestuurd door [appellant] via Vortex International BV.
- k) De facturen van Frío Export SL werden door New Frío [plaats] BV slechts in beperkte mate voldaan. Medio 2010 stond inzake die facturen bijna € 200.000 open, zij het deels betwist door Vortex c.s.
- l) De betalingsachterstand heeft ertoe geleid dat Frío c.s.:
- m) Vortex Transport, in eerste aanleg door Frío c.s. mede in het geding betrokken, is bij vonnis van de rechtbank 's-Hertogenbosch d.d. 27 mei 2011 failliet verklaard.
(I) de koopovereenkomst tussen Vortex Transport BV en New Frío [plaats] BV betreffende de aandelen in voorheen Macro Invest BV te vernietigen en/of te verklaren voor recht dat Vortex c.s. bij het tot stand brengen van die koopovereenkomst onrechtmatig heeft gehandeld en dat zij bij het besturen en beheren van Macro Invest BV onrechtmatig heeft gehandeld;
(II) [appellant] en Vortex International te bevelen om, indien de koop wordt vernietigd, een afschrift van het aandeelhoudersregister van New Frío [plaats] BV aan de advocaat van Frío c.s. te doen toekomen waaruit blijkt dat de aandelenoverdracht is teruggedraaid;
(III) [appellant] en Vortex Transport BV te veroordelen tot betaling van de alsdan onverschuldigd betaalde koopprijs van € 5.000 en de kosten van beide onderzoeken van [registeraccountant] voornoemd;
(IV) voor recht te verklaren dat Vortex c.s. onrechtmatig heeft gehandeld jegens [geïntimeerde] en zij [geïntimeerde] zullen vrijwaren voor vorderingen van derden, alsmede een besluit van de AVA van New Frío [plaats] BV over te leggen waaruit blijkt dat [geïntimeerde] is ontslagen als bestuurder van de vennootschap onder verlening van volledige decharge aan hem;
(V) Vortex c.s. te bevelen om te bewerkstelligen dat de statutaire naam van New Frío [plaats] BV zodanig wordt veranderd dat deze niet langer verwijst naar Frío Export SL of New Frío [plaats] SL en dat New Frío [plaats] BV op geen enkele wijze op haar briefpapier, bedrijfsmiddelen, reclamemiddelen en dergelijke een naam voert die verwijst naar of lijkt op die van Frío Export SL of New Frío [plaats] SL;
(VI) Vortex c.s. hoofdelijk te veroordelen tot betaling van € 197.544,46 aan openstaande facturen.
Aan deze vordering heeft Frío c.s., kort samengevat, het volgende ten grondslag gelegd. [geïntimeerde] was voorgespiegeld dat de slapende vennootschap Macro Invest BV schoon van schulden was, maar volgens de rapportage van [registeraccountant] was er een negatief eigen vermogen van € 124.122,69 waarvan Frío c.s. onkundig is gelaten. [appellant] heeft de na 9 oktober 2009 in New Frío [plaats] BV verdiende gelden gebruikt voor aflossing van genoemde schuld van € 124.122,69 en voor de betaling van een managementfee van € 10.000 per maand aan Vortex Transport. [geïntimeerde] is voorts uitgesloten van alle wetenschap en besluitvorming binnen New Frío [plaats] BV. Als New Frío [plaats] BV onder die naam blijft voortbestaan vreest Frío c.s. reputatieschade. Op grond van voornoemd bedrog en/althans onrechtmatig handelen als bestuurders van de vennootschap zijn [appellant] en Vortex International tevens als bestuurders van de vennootschap aansprakelijk voor de schade die Frío heeft geleden doordat haar prestaties jegens Frío Nederland BV niet zijn betaald.
Vortex c.s. heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
(B) voor het overige:
(I) de tussen Vortex Transport en New Frío [plaats] SL gesloten koopovereenkomst inzake de aandelen Macro Invest BV vernietigd op grond van door Vortex c.s. gepleegd bedrog;
(II) voor recht verklaard dat de daaruit voortvloeiende overdracht van aandelen nietig is wegens het wegvallen van de koopovereenkomst als titel, alsook dat als gevolg van deze nietigheid New Frío [plaats] SL nimmer aandeelhouder is geweest van Macro Invest BV en, zolang geen geldige overdracht aan haar meer zal plaatsvinden, dat ook niet zal zijn;
(III) [appellant] veroordeeld aan Frío c.s. € 9.469,77 te betalen vermeerderd met wettelijke rente;
(IV) voor recht verklaard dat, indien [geïntimeerde] binnen een maand na de dag van het vonnis ontslag zal hebben genomen als bestuurder van New Frío [plaats] BV, hij door Vortex c.s. als zijnde de directe of indirecte aandeelhouders en bestuurders van New Frío [plaats] BV is gedechargeerd voor de gehele duur van zijn bestuur;
(V) [appellant] en Vortex International veroordeeld om te bewerkstelligen dat binnen een maand na betekening van het vonnis:
(a) de statutaire naam van New Frío [plaats] BV zodanig wordt gewijzigd dat die niet langer lijkt op of verwijst naar New Frío [plaats] SL en/of Frío Export SL;
(b) New Frío [plaats] BV op geen enkele wijze meer op haar briefpapier, bedrijfsmiddelen, voertuigen, reclamemiddelen, websites of welk andere reëel of virtueel object ook een naam voert die lijkt op of verwijst naar die van New Frío [plaats] BV en/of Frío Export SL, waarbij zij zich meer in het bijzonder dienen te onthouden van het gebruik van de aanduidingen "Frío" en " [plaats] " of daarop gelijkende aanduidingen,
en, zo zij in gebreke blijven aan deze veroordeling te voldoen, hen veroordeeld om aan Frío c.s. een dwangsom te betalen van € 2.500 per dag of deel daarvan met een maximum van € 100.000;
(VI) [appellant] en Vortex International hoofdelijk veroordeeld om aan Frío c.s. € 197.554,46 te betalen vermeerderd met wettelijke rente vanaf 1 juli 2010;
(VIa) [appellant] en Vortex International hoofdelijk veroordeeld aan Frío c.s. ter zake van de kosten van beslagen € 4.277,63 te betalen vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 mei 2011
en voorts (VII) Vortex c.s. veroordeeld in de proceskosten en (VIII) het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard, onder (IX) afwijzing van het meer of anders gevorderde.
Frío c.s. heeft de grieven weersproken en haar eisen voorwaardelijk gewijzigd als volgt: voor zover de rechtbank ultra petita zou hebben beslist inzake de vordering sub II respectievelijk IV dient het onder II en IV door Frío c.s. gevorderde alsnog zo te worden gelezen als de rechtbank onder II respectievelijk IV van het dictum heeft beslist.
Vortex c.s. heeft – in de akte van 3 september 2013 – bezwaar gemaakt tegen de vermeerdering van eis; volgens haar had daarvoor incidenteel appel moeten worden ingesteld.
Voorvragen; rechtsmacht en toepasselijk recht
Aan de vorderingen ligt in de eerste plaats een overeenkomst inzake de koop van aandelen ten grondslag, welke overeenkomst is gesloten tussen Vortex Transport BV als verkoper en New Frío [plaats] SL als koper. Deze overeenkomst is gesloten voor 17 december 2009. Welk recht van toepassing is op de vordering die uit de koop van de aandelen voortvloeit, dient derhalve te worden bepaald aan de hand van het Verdrag van de EEG inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (d.d. 19 juni 1980; hierna: het EVO).
Van een rechtskeuze als bedoeld in artikel 3 van het EVO blijkt niet. Ingevolge artikel 4 lid 1 van het EVO wordt de overeenkomst dan beheerst door het recht van het land waarmee zij het nauwst is verbonden. Dit is – zo wordt in artikel 4 lid 2 van het EVO vermoed – het recht van het land waar de partij, die de kenmerkende prestatie moest verrichten, op het tijdstip van het sluiten van de overeenkomst haar gewone verblijfplaats, dan wel – wanneer het een vennootschap, vereniging of rechtspersoon betreft – haar hoofdbestuur had.
Incidenteel appel is slechts nodig wanneer de verweerder in het principaal appel een wijziging van het dictum wenst. Daarvan is in dit geval geen sprake, omdat Frío c.s. haar vordering slechts in die zin heeft gewijzigd dat deze door deze wijziging eensluidend is aan de door de rechtbank gegeven beslissing. Het hof zal voor deze onderdelen van de eis dan ook uitgaan van de vorderingen zoals door de rechtbank toegewezen en door Frío c.s. dienovereenkomstig gewijzigd.
De inhoud van de koopovereenkomst
De koopprijs van een object hoeft niet overeen te komen met de objectieve waarde van dat object. Daar komt bij dat Frío c.s. in eerste aanleg zelf heeft erkend dat de kosten van een nieuw op te zetten vennootschap meer dan € 10.000 per partij bedragen (dagvaarding in eerste aanleg § 7). Het vragen van een koopprijs van in totaal € 10.000 voor een bestaande vennootschap om in die vennootschap een nieuwe vennootschap onder te brengen is gelet daarop geenszins onbehoorlijk of onrechtmatig, ook als het vermogen van die vennootschap nihil is, en levert geen bedrog op. Dat gaat, anders dan de rechtbank heeft overwogen, ook op als er sprake is van een beoogde samenwerking tussen de kopende en de verkopende partij.
Uit het feit dat door elk van beide nieuwe aandeelhouders € 5.000 werd betaald voor de helft van de aandelen in de nieuwe vennootschap kan dus naar het oordeel van het hof – anders dan Frío in §31 van de conclusie van repliek aanvoert – nog niet worden afgeleid dat partijen ervan uitgingen dat zij met een nieuwe vennootschap zouden starten met een startvermogen van € 10.000. Weliswaar heeft Frío aangevoerd dat zij dat mocht aannemen omdat naar Spaans recht een vennootschap geen negatief vermogen mag hebben, maar naar Nederlands recht is dat anders, en gesteld noch gebleken is dat Frío dit punt in de onderhandelingen met Vortex c.s. naar voren heeft gebracht.
Vortex c.s. heeft de stellingen van Frío hieromtrent ook uitdrukkelijk betwist (conclusie van antwoord §19 onder 2).
Nu de stelling van Frío (in de dagvaarding in eerste aanleg onder 24) dat [appellant] de te verkopen vennootschap heeft voorgesteld als een vennootschap die een eigen vermogen had van € 10.000 slechts wordt onderbouwd met de hiervoor genoemde (op Spaans recht gebaseerde) veronderstelling van Frío inzake de betaling van twee keer € 5.000 gaat het hof aan die stelling voorbij. Dat [appellant] met zoveel woorden tegenover [geïntimeerde] heeft verklaard dat er een vermogen van € 10.000 zou zijn kan uit de stellingen van Frío c.s. niet worden afgeleid. Het bewijsaanbod dat Frío c.s. in dit verband heeft gedaan passeert het hof dan ook.
Grief 1 faalt.
Vortex c.s. erkent in de conclusie van dupliek (onder 3) weliswaar uitdrukkelijk dat er een lege BV moest worden geleverd, maar Vortex c.s. voegt daaraan in hoger beroep toe dat gezien de korte tijd waarin dit moest gebeuren het niet mogelijk was de – immers bestaande en schulden bevattende – BV leeg te maken. Volgens Vortex c.s. wist Frío dat ook, en heeft de notaris daarop ook gewezen bij het passeren van de leveringsakte.
Volgens Vortex BV zijn de schulden van Macro Invest BV vervolgens daadwerkelijk (grotendeels) afgelost.
Het hof verwerpt deze preliminaire stelling van Frío c.s. Een verweer kan niet als gedekt worden beschouwd op de enkele grond dat het onverenigbaar is met de in eerste aanleg door de gedaagde ingenomen proceshouding (HR 9 juli 2010, NJ 2010/403). Ook levert dit geen strijd met goede procesorde op.
Het verweer van Vortex c.s. kan derhalve in behandeling worden genomen.
Indien immers – zoals Vortex c.s. heeft aangevoerd – het negatieve eigen vermogen van Macro Invest BV kort na de levering (grotendeels) is geëlimineerd valt niet in te zien dat Frío c.s. de overeenkomst tot koop van de aandelen van deze vennootschap niet dan wel op andere gronden zou zijn aangegaan. Het doel van de overeenkomst was immers het verkrijgen van een vennootschap die kon worden gebruikt om een onderneming op te zetten, en als in die vennootschap na korte tijd (vrijwel) geen oude schulden meer aanwezig waren kon de vennootschap zonder problemen voor dat doel worden gebruikt. In dat geval is van bedrog geen sprake. Daarnaast valt niet in te zien dat [appellant] [geïntimeerde] willens en wetens heeft misleid tot het aangaan van de koopovereenkomst indien die oude schulden na de levering (grotendeels) zijn voldaan, zonder dat dit ten koste is gegaan van de bedrijfsvoering van de nieuwe vennootschap en de daaruit door Frío te genereren inkomsten. (Daarbij dient het wat betreft de nog resterende schulden dan wel te gaan om schulden van een zeer beperkte omvang; de omvang daarvan is door Vortex c.s. niet gespecificeerd. Partijen kunnen daarop nog ingaan in de eerstvolgende memorie.)
[appellant] dient zijn (als bevrijdend verweer op te vatten) stelling dat de BV alsnog korte tijd na de levering eind oktober (grotendeels) is leeg gemaakt en dat dat niet ten laste van de BV is gebeurd te bewijzen. Daartoe is een deskundigenbericht, te verrichten door een of meer accountants, aangewezen. De kosten daarvan zullen moeten worden voorgeschoten door Vortex c.s.
in welk vonnis de rechtbank alsnog Vortex International BV en [appellant] in de beslagkosten heeft veroordeeld. Vortex c.s. stelt primair dat het verzoek tot aanvulling tardief was, omdat het is gedaan na verloop van de beroepstermijn en zelfs nadat hoger beroep was ingesteld.
Anders dan Vortex c.s. aanvoert omvat een veroordeling in de proceskosten niet automatisch een veroordeling in de beslagkosten. Blijkens rechtsoverweging 5.7 heeft de proceskostenveroordeling in het vonnis van 15 augustus 2012 geen betrekking op de beslagkosten. Een aanvullende beslissing was dus niet overbodig of onmogelijk.