Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
,hoewel behoorlijk opgeroepen, niet ter zitting verschenen.
3.De beoordeling
De vrouw en de man zijn gezamenlijk met het gezag over [kind] belast.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een vrouw die toestemming verzoekt om met haar minderjarige kind naar Hongarije te verhuizen. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.A.M. Schutte, heeft in eerste aanleg een afwijzing gekregen van de rechtbank Oost-Brabant, die op 30 maart 2015 uitspraak deed. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.M. Vullings, heeft zich verzet tegen de verhuizing, waarbij hij het belang van het kind en het contact met hem als vader benadrukt. Tijdens de mondelinge behandeling op 17 november 2015 zijn beide partijen gehoord, evenals een tolk in de Hongaarse taal. Het hof heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de vrouw niet voldoende heeft aangetoond dat er een objectieve noodzaak is voor de verhuizing. Het hof overweegt dat de vrouw het recht heeft om haar verblijfplaats te kiezen, maar dat dit recht kan worden beperkt ter bescherming van de rechten van de man en het kind. Het hof concludeert dat de belangen van het kind en de man zwaarder wegen dan de wens van de vrouw om te verhuizen. De bestreden beschikking van de rechtbank wordt dan ook bekrachtigd, met de opmerking dat de man de vrouw binnen redelijke grenzen tegemoet zal komen voor vakanties en weekenden in Hongarije.