ECLI:NL:GHSHE:2015:5237

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
15 december 2015
Publicatiedatum
15 december 2015
Zaaknummer
HD 200.151.900_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deskundigenonderzoek naar waarde onroerend goed in Italië

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een hoger beroep in een civiele procedure. De zaak is een vervolg op een eerder tussenarrest van 7 juli 2015, waarin het hof partijen had verzocht om een deskundigenonderzoek te laten uitvoeren. De appellanten, aangeduid als [appellante 1] c.s., hebben beroep ingesteld tegen de geïntimeerden, die in dit geval ook appellanten zijn in incidenteel hoger beroep. De procedure draait om de waarde van een onroerend goed in Italië, dat op 11 maart 2011 getaxeerd moest worden. Het hof heeft een deskundige benoemd, mr. ing. A.C.M.M. (Ad) van Heesbeen, die samen met een Italiaanse deskundige, de heer Gandolfi, het onderzoek zal uitvoeren. De deskundige moet onder andere de vrije waarde van de woning in het economische verkeer vaststellen en de factoren die deze waarde beïnvloeden. Het hof heeft de kosten van het onderzoek vastgesteld op € 6.500,00 inclusief btw, en bepaald dat de geïntimeerden dit bedrag als voorschot moeten betalen. De zaak is aangehouden in afwachting van het deskundigenbericht, dat binnen drie maanden na de start van het onderzoek ingediend moet worden. Het hof heeft verder bepaald dat de zaak op 3 mei 2016 weer op de rol komt voor verdere behandeling na ontvangst van het deskundigenbericht.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht
zaaknummer HD 200.151.900/01
arrest van 15 december 2015
in de zaak van
[appellante 1] , in haar hoedanigheid van executeur,wonende te [woonplaats 1] ,
[appellant 2] ,wonende te [woonplaats 1] ,
appellanten in principaal hoger beroep,
geïntimeerden in incidenteel hoger beroep,
hierna aan te duiden als [appellante 1] c.s.,
advocaat: mr. K.A. Boshouwers te Utrecht,
tegen

1.[geïntimeerde 1] ,wonende te [woonplaats 2] (Verenigde Staten),

2.
[geïntimeerde 2] ,wonende te [woonplaats 3] (Duitsland),
3.
[geïntimeerde 3] ,wonende te [woonplaats 4] (Nieuw Zeeland),
4.
[geïntimeerde 4]
wonende te [woonplaats 5] (Verenigde Staten),
5.
[geïntimeerde 5],
wonende te [woonplaats 6] ,
6.
[geïntimeerde 6],
wonende te [woonplaats 7] (ZH),
7.
[geïntimeerde 7],
wonende te [woonplaats 8] (Canada),
8.
[geïntimeerde 8],
wonende te [woonplaats 9] (Canada),
9.
[geïntimeerde 9],
wonende te [woonplaats 10] (Canada),
10.
[geïntimeerde 10],
wonende te [woonplaats 11] (Canada),
11.
[geïntimeerde 11] ,
wonende te [woonplaats 12] ,
12.
[geïntimeerde 12],
wonende te [woonplaats 13] ,
13.
[geïntimeerde 13],
wonende te [woonplaats 14] ,
14.
[geïntimeerde 14],
wonende te [woonplaats 15] ,
geïntimeerden in principaal hoger beroep,
appellanten in incidenteel hoger beroep,
hierna aan te duiden als [geïntimeerden] ,
advocaat: mr. Ph.C.M. van der Ven te 's-Hertogenbosch,
als vervolg op het door het hof gewezen tussenarrest van 7 juli 2015 in het hoger beroep van het door de rechtbank Zeeland-West-Brabant onder zaaknummer C/02/259393 HA ZA 13-78 gewezen vonnis van 26 februari 2014.

5.Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenarrest van 7 juli 2015;
  • de akte van [appellante 1] c.s.,
  • de akte van [geïntimeerden] ,
Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald.

6.De verdere beoordeling

in principaal en incidenteel hoger beroep
6.1.
Bij genoemd tussenarrest heeft het hof de zaak naar de rol verwezen voor akte aan de zijde van beide partijen, met als doel dat partijen zich kunnen uitlaten over het aantal, de deskundigheid en - bij voorkeur eensluidend - de persoon van de te benoemen deskundige(n) en voorts dat partijen suggesties kunnen doen over de aan de deskundige(n) voor te leggen vragen. Voorts is bepaald dat voor zover een partij voorstelt een deskundige in Italië te benoemen zij zich er over uit dient te laten hoe zij zich een dergelijke benoeming vanuit Nederland voorstelt.
6.2.
[geïntimeerden] hebben het hof verzocht terug te komen op zijn oordeel onder r.o. 3.5.4. van het tussenarrest 7 juli 2015. Het hof ziet daarvoor, voor zover dit al mogelijk zou zijn, geen reden. Hetgeen [geïntimeerden] daartoe aanvoeren berust op een verkeerde lezing van dat tussenarrest.
Het hof merkt evenwel op dat in r.o. 3.5.4. een kennelijk schrijffout is gemaakt welke zich leent voor eenvoudig herstel. Bij het onderhavige arrest wordt bedoelde schrijffout, te weten artikel 2:6 lid 2, verbeterd in artikel 6:2 lid 2 BW.
De deskundige
6.3.
Partijen hebben, kort gezegd, beiden aangegeven dat tot deskundige kan worden benoemd een in Nederland gevestigde deskundige, notaris of advocaat, die als coördinator optreedt van drie ter plaatse ( [plaats 1] ) actief zijnde goed bekend staande makelaars in onroerend of geometra’s, welke drie gezamenlijk rapport uitbrengen aan de deskundige. De drie voornoemde makelaars en/of geometra’s mogen, nu zij al eerder door (een van) partijen zijn ingeschakeld, zo stellen partijen niet zijn: [taxateur 1] ; [taxateur 3] ; geom. [taxateur 2] ; [taxateur 4] (door [appellante 1] c.s. geschreven als [taxateur 4] ); [taxateur 5] ; geom. [landmeter] .
6.4.
Nu partijen zich beiden kunnen verenigen met een in Nederland gevestigde deskundige zal het hof als deskundige benoemen mr. ing. A.C.M.M. (Ad) van Heesbeen MRICS RTsv, van [deskudigenbureau] te [vestigingsplaats] die wat betreft het noodzakelijke (markt)onderzoek in Italië een Italiaanse deskundige, te weten de heer Gandolfi, verbonden aan GANDOLFIMMOBILIARE, zal raadplegen. De deskundige zal in overleg en in samenwerking met de heer Gandolfi de hierna onder 6.8. te vermelden vragen beantwoorden. De kosten van het onderzoek heeft de te benoemen deskundige begroot op € 6.500,00 inclusief btw. De deskundige gaat er daarbij vanuit dat partijen gelijktijdig gehoord kunnen worden en dat zij bouwtekeningen van de onroerende zaak, voorgaande taxatierapporten en gegevens van het Italiaanse kadaster beschikbaar zullen stellen voor zover dit niet al onderdeel uitmaakt van het procesdossier.
Het voorschot dient te worden voldaan door [geïntimeerden] , artikel 195 Rv.
6.5.
Bij akte hebben partijen voorts nadere eisen gesteld aan de werkwijze/methode van onderzoek van de te benoemen deskundige.
Het hof ziet geen aanleiding om de voorgestelde eisen over te nemen. De deskundige heeft de vrijheid zijn onderzoek in te richten op de wijze die hem juist voorkomt, aan de hand van de richtlijnen die daarvoor in het algemeen gelden. Het hof ziet in hetgeen partijen naar voren hebben gebracht geen grond om in dit geval aan het deskundigenonderzoek en/of de werkwijze van de deskundige andere eisen te stellen dan gebruikelijk.
De vragen
6.6.
Beide partijen hebben aanvullende vragen voorgesteld.
Het hof ziet geen aanleiding de door [appellante 1] c.s. of [geïntimeerden] , voorgestelde aanvullende vragen aan de deskundige voor te leggen. Ieder der partijen kan de door haar van belang geachte punten in het kader van het onderzoek op de daartoe gebruikelijke wijze aan de deskundige kenbaar maken.
6.7.
[geïntimeerden] hebben voorts nog opgeworpen dat het hof ten onrechte de kavels aan de overzijde van de weg (naar het hof begrijpt kavels [kavel 1] en [kavel 2] ) aangrenzende percelen noemt. Dienaangaande overweegt het hof dat wat daar ook van zij, tussen partijen niet in geschil is dat het adres [adres 1] , [plaats 1] Italië, met ondergrond, erf, tuin en aangrenzende terreinen, voornoemde percelen omvat. Naar het hof uit de stukken begrijpt heeft voornoemd adres de volgende kadastrale gegevens: [kavel 3] , [kavel 4] , [kavel 5] , [kavel 6] , [kavel 1] , [kavel 2] .
6.8.
De deskundige dient de volgende vragen te beantwoorden:
1. Kunt u aangeven wat de vrije waarde in het economisch verkeer was van de onderhavige woning in de gemeente [plaats 1] , met adres [adres 1] , [plaats 1] Italië, met ondergrond, erf, tuin en aangrenzende terreinen op 11 maart 2011 (datum taxatierapport [taxateur 1] ), dan wel kort voor of kort na deze datum?
2. Op grond waarvan komt u tot de waarde als door u getaxeerd?
3. Kunt u aangeven tussen welke bedragen het bedrag waarvoor de onderhavige woning
op 11 maart 2011 (datum taxatierapport [taxateur 1] ), dan wel kort voor of kort na deze datum, in het economische verkeer verkocht zou kunnen worden, fluctueert en welke factoren u daarbij bepalend acht?
4. Wat acht u verder nog van belang om op te merken?
6.9
Het hof houdt iedere verdere beslissing aan.

7.De uitspraak

Het hof:
op het principaal en incidenteel hoger beroep
bepaalt dat een deskundigenonderzoek wordt verricht naar de in rechtsoverweging 6.8. van dit arrest geformuleerde vragen;
7.2.
benoemt tot deskundige ter beantwoording van deze vragen:
mr. ing. A.C.M.M. (Ad) van Heesbeen MRICS RTsv;
mobiel: [mobiel]
[e-mail]
[deskudigenbureau]
[postbus]
Bezoekadres: [adres 2] te [vestigingsplaats]
T + [telefoon]
F + [fax]
I www. [deskudigenbureau] .nl
7.3.
bepaalt dat de griffier van dit hof een afschrift van dit arrest aan de deskundige toezendt;
bepaalt dat partijen binnen één week na de datum van dit arrest (een afschrift van) de verdere processtukken aan de deskundige ter beschikking zullen stellen en alle door deze gewenste inlichtingen zullen verstrekken;
7.4.
bepaalt dat de deskundige eerst met het onderzoek begint nadat daartoe van de griffier bericht is ontvangen;
bepaalt dat de deskundige bij het onderzoek –
en ten aanzien van de conceptrapportage– partijen in de gelegenheid stelt opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat uit het schriftelijk bericht van de deskundige moet blijken of aan dit voorschrift is voldaan, terwijl in het bericht tevens melding wordt gemaakt van de inhoud van zodanige opmerkingen en verzoeken;
bepaalt dat de datum en tijd waarop de deskundige ter plaatse onderzoek zal verrichten, door de deskundige zal worden vastgesteld in overleg met de advocaten van partijen; partijen en hun eventuele adviseurs dienen in de gelegenheid te worden gesteld bij het onderzoek aanwezig te zijn;
verzoekt de deskundige een schriftelijk en met redenen omkleed bericht, met een duidelijke conclusie, in te leveren ter griffie van dit hof en tegelijkertijd een afschrift van het bericht aan de advocaten van partijen toe te zenden;
bepaalt de termijn waarbinnen het schriftelijk, ondertekend bericht ter griffie van dit hof (postbus 70583, 5201 CZ 's-Hertogenbosch) moet worden ingeleverd op
drie maandennadat door de griffier is bericht dat met het onderzoek kan worden begonnen;
7.5.
bepaalt het voorschot op de kosten van de deskundige op het door de deskundige begrote bedrag van € 6.500,00 inclusief btw, tenzij (één van) partijen binnen veertien dagen na deze uitspraak
bij brief aan de griffier van dit hofmet afschrift aan de wederpartij (die binnen twee dagen hierop kan reageren bij brief aan de griffier van dit hof met afschrift aan de wederpartij)tegen de hoogte van het voorschot bezwaar heeft/hebben gemaakt, in welk geval het hof op het bezwaar/de bezwaren zal beslissen en de hoogte van het voorschot zal bepalen;
bepaalt dat partij [geïntimeerden] laatstgenoemd bedrag zullen voldoen na ontvangst van de nota met betaalinstructies die door het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak zal worden verzonden;
verzoekt de deskundige, indien zijn kosten het voorschot te boven mochten gaan, het hof daarover tijdig in te lichten;
7.6.
benoemt mr. Y.L.L.A.M. Delfos-Roy tot raadsheer-commissaris, tot wie de deskundige zich, door tussenkomst van de griffier dient te wenden met (procedurele) vragen en verzoeken indien het onderzoek daartoe aanleiding geeft;
7.7.
verwijst de zaak naar de rol van 3 mei 2016 in afwachting van het deskundigenbericht;
7.8.
Verstaat dat de zaak na ontvangst van het deskundigenbericht naar de rol wordt verwezen voor memorie na deskundigenbericht aan de zijde van [appellante 1] c.s.;
7.8.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. B.A. Meulenbroek, Y.L.L.A.M. Delfos-Roy en P.S. Kamminga en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 15 december 2015.
griffier rolraadsheer